Wij begroeten u op deze dag van onmetelijk historische betekenis, nu de eerste Mashriqu’l-Adhkár in Kenia, een “dageraadsplaats van licht”, “waarin de geesten worden verblijd”, zijn deuren opent. De inwijding van dit verheven bouwwerk, het eerste lokale Huis van Aanbidding op het Afrikaanse continent, aan het begin van een nieuw tijdvak in het Goddelijke Plan, is een gedenkwaardige stap in de geestelijke reis van uw volk. Uit de zaden van liefde en eenheid die door een kleine groep standvastige gelovigen in de begindagen van de Zaak in uw land werden gezaaid, zien wij een boom die overvloedig vrucht draagt, zoals blijkt uit het samenkomen van verschillende volkeren voor het loven en gedenken van de Aloude Schoonheid. Wij zijn dankbaar dat, door de genade van de Almachtige en in een tijd waarin de wereld is bevangen door onzekerheid, de inspanningen van de vrienden in heel Matunda Soy en daarbuiten hun hoogtepunt hebben bereikt in het oprichten van dit baken van hoop, een bron van blijdschap en grote vreugde.

De deelname van talrijke vrienden aan gemeenschappelijke aanbidding heeft geleid tot de versterking van het devotionele leven van uw gemeenschap en nu tot de vestiging van haar eerste plaatselijke Mashriqu’l-Adhkár. Dit bouwwerk van elegante eenvoud zal zeker een brandpunt worden voor het leven van zovele individuen en gezinnen die zich inspannen om hun gemeenschappen te dienen. Dat het Huis van Aanbidding in slechts drie jaar en onder zeer moeilijke omstandigheden is gebouwd, getuigt van de vitaliteit, vindingrijkheid en vastberadenheid van het Keniaanse volk. Gedurende deze tijd hebben de volgelingen van Bahá’u’lláh in het gebied, met name de jongeren, door gebruik te maken van de kracht van het Woord van God, een opmerkelijke bijdrage geleverd aan de materiële en geestelijke vooruitgang van hun samenleving. Ongetwijfeld zullen zij in hun streven worden geïnspireerd en gestimuleerd door de opkomst van de Tempel, die voor dit land een schitterende toekomst belooft.

Mogen de inwoners van Matunda Soy de ontvangers zijn van goddelijke gunsten en bekrachtigingen wanneer zij bijeenkomen om in deze Mashriqu’l-Adhkár de Heer te loven en te prijzen. Moge het licht dat uitgaat van deze door gebed vervulde plaats de duisternis verdrijven, de harten verheffen, en de zielen dichter bij de Geliefde brengen. Op deze dag, terwijl u in het Huis van Aanbidding bijeen bent, roepen wij deze woorden van de geliefde Meester in herinnering: “O gij geliefden van God! Zie hoe overvloedig de frisheid, tederheid, spiritualiteit en glans zal zijn die bereikt wordt wanneer u bijeenkomt in die plaats van samenkomst van de geest, u bij het aanbreken van de dag bezighoudt met het gedenken van God, en, na het reciteren van gebeden, samen in lieflijke melodieën gewag maakt van de Almilddadige Heer. Deze melodieën zullen tot het Koninkrijk van Heerlijkheid reiken, en deze liederen zullen de Schare in de Hoge opwekken en verblijden.”

Met liefdevolle bahá’í-groeten,

[Getekend: Het Universele Huis van Gerechtigheid]