Inhoudsopgave
Voorwoord 4
Inleiding 5
Hoofdstuk 1: Transliteratie van oosterse termen en namen
-
- Achtergrond en begrip 6
- Richtlijnen 6
- Uitzonderingen 6
- Transliteratiesysteem voor het Arabisch-Perzisch alfabet 7
- Uitspraak 7
- Referenties 7
Hoofdstuk 2: Spelling van het woord BAHÁ’Í
-
- Inleiding 8
- Betekenis van het woord bahá’í 8
- Samenstelling met koppelteken 8
- Hoofdlettergebruik 8
- Samenvatting 9
Hoofdstuk 3: Algemene principes en veelgebruikte woorden
-
- Aansluiting op Nederlandse spellingsregels 10
- Geen starre vertalingen 10
- De Báb, Bahá’u’llah en ‘Abdu’l-Bahá – schrijfwijze 10
- Veelgebruikte Arabische uitdrukkingen en benamingen – schrijfwijze en betekenis 11
- De maanden van de badí‘-kalender (bahá’í-kalender) 11
- De jaren van de badí‘-kalender (bahá’í-kalender) 12
Hoofdstuk 4: Hoofdlettergebruik
-
- Algemeen 13
- God en benamingen van God 13
- Manifestaties van God en Hun benamingen 13
- Attributen (hoedanigheden) van God en Zijn Manifestaties 14
- Heilige Geest, Geesten en engelen 14
- Zaken die als heilig worden ervaren 14
- Heilige Boeken en Tafelen 15
- ‘Abdu’l-Bahá en Shoghi Effendi 15
- Benamingen en titels van historische figuren 15
- Geloofsinstellingen en instituten 16
- Bahá’í-gemeenschap 17
- Kalenderaanduidingen, heilige en bijzondere dagen 18
Hoofdstuk 5: Alfabetische woordenlijst 19
Aanhalingen: 28
Voorwoord
In toenemende mate nemen bahá’í-instellingen deel aan maatschappelijke activiteiten en zijn bahá’ís in Nederland actief betrokken bij de ontwikkeling van les- en voorlichtingsmateriaal, brochures, folders, boeken en websites. Ook de media besteden vaker aandacht aan het Bahá’í-geloof.
Het is van belang dat namen, begrippen en uitdrukkingen met betrekking tot het Bahá’í-geloof op een consistente wijze worden geschreven. Daarom heeft de Stichting Bahá’í Literatuur de uitgave van Spellingwijzer –Bahá’í-gemeenschap Nederland in 2002 samengesteld.
Door deze spellingwijzer beschikbaar te stellen, beoogt de Nationale Geestelijke Raad eenduidigheid in spelling en schrijfwijze van bahá’í-gerelateerde onderwerpen in de Nederlandse taal.
De Nationale Geestelijke Raad van de Bahá’ís van Nederland
Den Haag, 2002
Inleiding
Toen na de Tweede Wereldoorlog de Amerikaanse pioniers naar Nederland kwamen om het Bahá’í-geloof te helpen vestigen was één van de belangrijkste doelen het vertalen en in boekvorm uitgeven van Bahá’í-geschriften in het Nederlands. Om hier gestalte aan te geven werd al in 1948 Stichting Bahá’í Literatuur als vertaalbureau en uitgeverij opgericht. Een van de eerste uitgaven was in 1949 het boekje Bloemlezing uit de Geschriften van Bahá’ú’lláh, Geestelijken vader van de Bahá’í Beschikking. De boeken over het Geloof van vóór de Tweede Wereldoorlog waren uitgaven van andere uitgevers, zoals de NV Theosofische Uitgeversmaatschappij.
Eerst onder leiding van het Europees Onderrichtscomité en vanaf 1962 de Nationale Geestelijke Raad van de Bahá’ís van Nederland zijn geautoriseerde vertalingen gemaakt van vele Geschriften van Bahá’ú’lláh, de Báb en ‘Abdu’l-Bahá en van boeken en brieven van Shoghi Effendi, de Behoeder van de Zaak. Het belangrijkste doel van de vertaling van de heilige Teksten is altijd geweest de weergave van de Boodschap van Bahá’u’lláh in zijn zuiverste vorm. Shoghi Effendi heeft de standaard gezet voor de weergave van het Woord van Bahá’u’lláh vanuit het Arabisch en het Perzisch in het Engels. Het kiezen van het Engels als de brontaal voor alle vertalingen, het volgen van de stijl van Shoghi Effendi en het nauwkeurig vertalen van de door hem gekozen woorden werd de leidraad tot het verkrijgen van een hoogwaardige vertaling.
Vertalen is altijd het werk geweest van zeer toegewijde vrienden die met inzet, geduld en integriteit zich voor vaak lange perioden aan dit belangrijke werk hebben gewijd. Bij de totstandkoming van een geautoriseerde vertaling is overleg en consultatie een wezenlijk element, zodat niet gesproken kan worden van de vertaling door één persoon. In principe dragen meerdere personen, vertalers en revisors, de gezamenlijke verantwoording voor een geautoriseerde vertaling. Lange tijd heeft de Werkgroep Vertaling en Revisie van de Nationale Geestelijke Raad het vertaalwerk uitgevoerd, waarna de boeken door de Stichting Bahá’í Literatuur werden uitgegeven. Om bij het vertaalwerk stijl, spelling en schrijfwijze zoveel mogelijk op één lijn te brengen zijn er al spoedig door de werkgroep interne richtlijnen gemaakt ten behoeve van vertalers en revisoren. Enkele jaren geleden zijn de taken van vertalen en uitgeven samengebracht in één organisatie: Bahá’í Uitgeverij Nederland.
Was in de beginjaren de aandacht vooral gericht op de uitgave van vertaalde literatuur, tegenwoordig wordt in toenemende mate door Nederlandse auteurs, zowel binnen als buiten de bahá’í-gemeenschap, over aan het Bahá’í-geloof relateerde onderwerpen geschreven. Het is door deze ontwikkeling, medebepalend voor de positie van de Bahá’í-gemeenschap in de Nederlandse samenleving, dat de noodzaak wordt gevoeld voor het uitbrengen van een spellingwijzer.
De spellingwijzer bestaat uit vier hoofdstukken. In hoofdstuk 1 worden achtergronden en regels met betrekking tot de transliteratie van Perzische en Arabische woorden uiteengezet. Hoofdstuk 2 bevat de schrijfwijze van de in de statuten van de Nederlandse Bahá’í-gemeenschap vastgelegde namen. In hoofdstuk 3 wordt aansluiting gezocht met Nederlandse regels voor spelling en schrijfwijze, en in het 4e hoofdstuk is een alfabetische woordenlijst opgenomen die voor het gebruik van alledag deze wijzer tot een praktisch hanteerbaar boek moet maken.
Deze herziene uitgave bevat enkele verbeteringen en uitbreidingen.
Bahá’í Uitgeverij Nederland, mei 2024
Hoofdstuk 1
Transliteratie van oosterse termen en namen
1.1 Achtergrond en begrip
De bakermat van het Bahá’í-geloof is het Perzische en Ottomaanse rijk. De talen die in deze gebieden gebruikt werden zijn Perzisch, Arabisch en Turks. Hoewel deze talen ieder een verschillende oorsprong hebben, bedienden ze zich in die tijd alle drie van het Arabische schrift. In het begin van de twintigste eeuw is de weergave van het Turks veranderd naar het Latijnse schrift. Een dergelijke omzetting naar het Latijnse schrift vindt ook plaats bij de vele Perzische en Arabische namen, termen en uitdrukkingen die in de Bahá’í-geschriften worden gebezigd.
De omzetting naar een ander schrift vereist een systeem van transliteratie (of transscriptie). Dit is een geheel van regels waarbij elke klank en letter op een eenduidige wijze in het Latijnse schrift wordt weergegeven. Het grote voordeel hiervan is dat een in ons schrift geschreven Perzisch of Arabisch woord op dezelfde eenduidige manier teruggezet kan worden naar het Arabische schrift. Een systeem van transliteratie is ontworpen en vastgelegd op het congres van vooraanstaande oriëntalisten dat in 1894 te Genève werd gehouden.
1.2 Richtlijnen
Op 12 maart 1923 verzocht Shoghi Effendi de bahá’ís een uniforme spellingwijze aan te nemen. Hierbij werd gekozen voor het systeem van transliteratie van bovengenoemd congres. Hij roept de bahá’ís op zich nauwgezet aan dit systeem te houden.
Ook het Universele Huis van Gerechtigheid bevestigt dat dit officiële systeem, afgezien van enkele uitzonderingen, in alle bahá’í-publicaties moet worden gehanteerd.
1.3 Uitzonderingen
Er is toestemming om af te wijken van het transliteratiesysteem als het inleidend leermateriaal betreft, bedoeld voor een groot publiek.
Een tweede uitzondering wordt gemaakt voor die namen die al in het Nederlands een algemeen geaccepteerde schrijfwijze bezitten. Voorbeelden hiervan zijn:
Bagdad in plaats van Baghdád
Koran in plaats van Qur’án
Mohammed in plaats van Muḥammad
Teheran in plaats van Ṭihrán
Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar de aard van de uitgave. Bij de uitgave van boeken van Bahá’u’lláh, de Báb en ‘Abdu’l-Bahá worden de transliteratieregels gevolgd (Muḥammad en Qur’án), Ook daar waar de naam Mohammed deel uitmaakt van een lange persoonsnaam, zoals Siyyid Muḥammad Iṣfáhání, wordt de exacte vorm gebruikt, terwijl bij uitgaven die meer naar buiten zijn gericht, de vernederlandste schrijfwijze wordt aangehouden. Bij extern gerichte uitgaven worden de ‘Nederlandse’ vormen gebruikt, zoals in het boekwerk Bahá’u’lláh, een Verklaring van Bahá’í International Community.
Bij de transliteratie van enkele Arabisch-Perzische letterklanken krijgen een aantal medeklinkers een puntje eronder. De uitspraak van die letters is net anders dan van dezelfde letters zonder een puntje. Dit komt voor bij de ḥ, ṭ, ṣ, ḍ en ẓ. Dit zijn speciale tekens die als symbool ingevoegd moeten worden. Het verdient aanbeveling om waar mogelijk deze tekens op de juiste manier weer te geven. Bij boeken, tijdschriften en brochures die professioneel worden opgemaakt blijkt dat niet bij alle fonts deze tekens zijn opgenomen. In dergelijke gevallen is het mogelijk het puntje er ‘handmatig’ onder te zetten.
1.4 Transliteratiesysteem voor het Arabisch-Perzisch alfabet
|
ا |
á,a |
د |
d |
ط |
ṭ |
م |
M |
|
ب |
b |
ذ |
dh |
ظ |
ẓ |
ن |
N |
|
پ |
p |
ر |
r |
ع |
‘ |
و |
v,ú |
|
ت |
t |
ز |
z |
غ |
gh |
ﻫ |
H |
|
ث |
th |
ژ |
zh |
ف |
f |
ي |
y,í |
|
ج |
j |
س |
s |
ق |
q |
|
|
|
چ |
ch |
ش |
sh |
ك |
k |
|
|
|
ح |
ḥ |
ص |
ṣ |
گ |
g |
|
|
|
خ |
kh |
ض |
ḍ |
ل |
l |
|
|
1.5 Uitspraak
á |
aa, net als de a van fresia, zoals in Bahá = Bahaa |
a en ‘a |
a, net als de a van kan, zoals in ‘Abdu’l-Bahá |
ch |
tsj, net als de tsj van tsjilp, zoals in Chihríq = Tsjehriegh |
ḍ |
z, net als de z van verzen, zoals in Riḍván = Rezwaan |
dh |
z, net als de z van zee, zoals in Mashriqu’l-Adhkár = -Azkaar |
g |
g, net als de ‘gue’ in het Franse woord ‘langue’, zoals in Buzurg = Bozzorg |
gh |
g, een diep in de keel uitgesproken g, zoals in Shoghi |
í |
ie, net als de ie van nier, zoals in Bahá’í = Bahaa’ie |
i, ‘i |
èh, net als de e van eb, zoals in Ibrahím = Ebbrahiem |
j |
dj, net als de j in het Engelse woord ‘juice’, zoals in haj = hadj |
kh |
g, net als de g van goed en graag, zoals in Khánum = Gaanom |
q |
zie gh van Shoghi, zoals in Kitáb-i-Aqdas = Kètaab-è-Aghdas |
sh |
sj, net als de sj van sjaal, zoals in Sharaf = Sjaraf |
th |
s, net als de ‘th’ in het Engelse woord ‘faith’, zoals in Ḥadíth = Hadies |
ú |
oe, net als de oe van oever, zoals in Ḥuqúqu’lláh = Hòghoeghollaah |
u en ‘u |
òh, net als de o van dol, zoals in ‘ulamá = ollamaa |
v |
w, net als de w van water, zoals in Vaḥíd = Wahied |
1.6 Referenties
Achtergrondinformatie over de transliteratieregels en de juiste schrijfwijze:
- Bahá’í Reference Library: www.bahai.org/library/transliteration, een toelichting met een uitgebreide woordenlijst.
- Marzieh Gail, Bahá’í Glossary, Persian and Arabic Words in the Bahá’í Writings (Wilmette: Bahá’í Publishing Trust, 1969).
Hoofdstuk 2
Spelling van het woord BAHÁ’Í
2.1 Inleiding
De spelling van het woord bahá’í en de schrijfwijze van bahá’í-begrippen in het Nederlands moeten gezien worden tegen een Engelse achtergrond. Shoghi Effendi heeft richtlijnen gegeven voor de transliteratie van Perzische en Arabische woorden naar het Latijnse schrift en de norm gesteld voor het weergeven van bahá’í-termen en -begrippen in het Engels. Het overnemen hiervan levert echter een conflict op met Nederlandse spellingsregels. Volgens aanwijzingen van het Universele Huis van Gerechtigheid moet de spelling in westerse talen voldoen aan de voor die taal geldende regels.
De beschouwing van de Nederlandse spellingsregels in vergelijking met de Engelse laat twee karakteristieke verschillen zien. Ten eerste het aan elkaar schrijven van woorden: het Engels gebruikt voor samengestelde zelfstandige naamwoorden losse woorden, terwijl ze in het Nederlands aan elkaar worden geschreven. Als voorbeeld: “Bahá’í World Centre” dat wordt vertaald als “Bahá’í-wereldcentrum”. Het tweede verschil betreft het gebruik van hoofdletters: In het Engels zeer overvloedig toegepast terwijl in het Nederlands juist zuinig.
2.2 Betekenis van het woord bahá’í
Het Arabische woord bahá’í betekent “behorend tot de zaak van Bahá”, waarbij “Bahá” refereert naar Bahá’u’lláh. Enerzijds worden hiermee personen aangeduid: de volgelingen van Bahá’u’lláh. Anderzijds is het de aanduiding van zaken en aangelegenheden die betrekking hebben op de religie van Bahá’u’lláh.
2.3 Samenstelling met koppelteken
Het woord bahá’í is een eigennaam die verwijst naar de religie van Bahá’u’lláh en wordt regelmatig gebruikt in relatie met bepaalde zelfstandige naamwoorden, zoals boek, wet, vriend, feest en dergelijke. Deze relatie komt tot uitdrukking door het gebruik van een koppelteken om beide woorden met elkaar te verbinden, zodat het één woord wordt. Omdat bahá’í een eigennaam is, wordt het beschouwd als een onveranderlijk deel van de samenstelling. Als voorbeeld de samenstelling met het woord boek: het koppelteken wordt toegevoegd om duidelijk te maken dat bahá’í en boek samen één begrip vormen.
We schrijven dus: Bahá’í-geloof (zie 2.5 voor de hoofdletter), bahá’í-beschikking, bahá’í-wetten, bahá’í-boeken, bahá’í-vrienden, bahá’í-gemeenschap, bahá’í-scholen, bahá’í-literatuur, bahá’í-feesten, enzovoorts.
2.4 Hoofdlettergebruik
In het Nederlands worden namen van godsdiensten met een kleine letter geschreven: christendom, jodendom, islam, boeddhisme, hindoeïsme, bábí-geloof, enzovoorts. In het verlengde hiervan is de eerste conclusie daarom: bahá’í-geloof zónder hoofdletter.
Echter, mét een hoofdletter worden geschreven namen van partijen, gezindten en stromingen als het instituut bedoeld wordt: de Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerk. Omdat het Bahá’í-geloof als totale, ongedeelde godsdienst geïnstitutionaliseerd is door middel van het Bahá’í-bestuursstelsel en als geloofsgemeenschap is geregistreerd als kerkgenootschap, moet uit die overweging wél een hoofdletter worden toegepast: Bahá’í-geloof. In de statuten van Bahá’í-gemeenschap Nederland is de naam Bahá’í-geloof vastgelegd.
Ditzelfde geldt voor het begrip Bahá’í-gemeenschap. Hierbij wordt de gemeenschap van bahá’ís bedoeld, optredend in het maatschappelijk veld en wettelijk vertegenwoordigd op landelijk en plaatselijk niveau door respectievelijk de Nationale Geestelijke Raad en de Plaatselijke Geestelijke Raden. Ook dit begrip is in de statuten vastgelegd. Als met bahá’í-gemeenschap de gemeenschap van gelovigen in brede zin wordt bedoeld, dan wordt het met een kleine letter geschreven. Zie verder paragraaf 4.11.
Wat betreft de aanduiding bahá’í als volgeling van Bahá’u’lláh, geldt de Nederlandse spellingregel dat volgelingen van godsdiensten met een kleine letter worden geschreven: christenen, joden, hindoes, moslims, bábís, bahá’ís.
Voor een uitgebreide uiteenzetting over hoofdlettergebruik wordt verwezen naar hoofdstuk 4.
2.5 Samenvatting
- De geïnstitutionaliseerde religie: Bahá’í-geloof
- De volgelingen van Bahá’u’lláh: bahá’ís
- Overige bahá’í-instituten en -instellingen:
- Nationale Geestelijke Raad van de Bahá’ís van Nederland
- Plaatselijke Geestelijke Raad van de Bahá’ís van Amsterdam
- Bahá’í-gemeenschap Nederland
- Bahá’í-gemeenschap van Amsterdam
- Internationaal Bahá’í-fonds
- Bahá’í-wereldcentrum
- Nationaal Bahá’í-centrum
Het staat het bestuur van een rechtspersoon is echter vrij om de schrijfwijze van zijn eigen naam te bepalen. Dit geldt ook voor de naam van een periodiek of tijdschrift. Voorbeelden zijn:
- Bahá’í Uitgeverij Nederland
- Bahá’í Berichten
- Overige samenstellingen:
- bahá’í-jongeren
- bahá’í-gebeden
- bahá’í-instellingen
Hoofdstuk 3
Algemene principes en veelgebruikte woorden
3.1 Aansluiting op Nederlandse spellingsregels
Als basis van alle bahá’í-publicaties gelden de Nederlandse spellingregels zoals deze zijn weergegeven in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie: https://woordenlijst.org/#/
Dit houdt onder meer in dat (oude of verouderde) woorden niet in een verouderde spelling moeten worden weergegeven. Bijvoorbeeld:
heerscharen (in plaats van: heirscharen)
horizon (in plaats van: horizont)
Bij gebiedende wijs meervoud is de t komen te vervallen. Uitzonderingen hierop vormen archaïsche uitdrukkingen zoals “komt allen te tezamen”.
Het is dus: “O mensen! Neem mijn geboden in acht.”
3.2 Geen starre vertalingen
Het op een letterlijke manier omzetten van Engelse bahá’í-termen en -benamingen levert als gevolg van de andere spellingregels in het Nederlands vaak foutieve of lelijke vertalingen op. In de regel kan dit voorkomen worden door de woordvolgorde te wijzigen.
Engels: Bahá’í Holy Places
Nederlands: heilige plaatsen van het Bahá’í-geloof
Engels: The Riḍván 2023 message
Nederlands: De Riḍvánboodschap van 2023
Engels: your non-Bahá’í husband
Nederlands: uw echtgenoot die geen bahá’í is (in plaats van uw niet-bahá’í-echtgenoot)
3.3 De Báb, Bahá’u’lláh en ‘Abdu’l-Bahá – schrijfwijze
De internationaal gehanteerde schrijfwijze hiervan volgens de transliteratieregels van hoofdstuk 1 behoeft geen nadere uitleg. Wel aandacht behoeft het afbreken van de woorden. Afbreekroutines in tekstverwerkings- en opmaakprogrammatuur doen het niet altijd goed. De correcte verdeling in lettergrepen is:
Ba-há-’u’l-láh ‘Ab-du’l-Ba-há
De bezittelijke vorm wordt bepaald door de invloed op de uitspraak. De laatste lettergreep bevat een á, uitgesproken als een lange aa. Door het accentteken zijn uitspraakfouten in principe uitgesloten. Evenwel wordt uit overwegingen van naamsbescherming gekozen voor een extra apostrof voor de s.
De Báb’s De periode van de Báb’s verbanning…
Bahá’u’lláh’s Bahá’u’lláh’s verbanning naar Irak
‘Abdu’l-Bahá’s ‘Abdu’l-Bahá’s reizen naar Amerika
3.4 Veelgebruikte Arabische uitdrukkingen en benamingen – schrijfwijze en betekenis
Abhá superlatief van Bahá in de betekenis van “de Alglorierijke”
De Abhá-schoonheid (naam van Bahá’u’lláh)
Het Abhá-koninkrijk (de volgende wereld)
Alláh-u-Abhá “God de Alglorierijke”, een vorm van de Grootste Naam van God
Badí‘-kalender Naam van de bahá’í-kalender
Ḥaẓíratu’l-Quds “Sacred Fold”, bestuurlijk centrum van de bahá’í-gemeenschap,
zowel nationaal als plaatselijk
Ḥuqúqu’lláh “het recht van God”
Kitáb-i-Aqdas “Het Heiligste Boek”
Mashriqu’l-Adhkár “Huis van Aanbidding”; letterlijk “de Dageraadsplaats van Gods Lof”
Naw-Rúz “Nieuwe dag”, nieuwjaarsdag volgens de bahá’í-kalender
Het feest van Naw-Rúz
Het Naw-Rúzfeest
Riḍván “Paradijs”
Het feest van Riḍván
Het Riḍvánfeest
De Riḍvánboodschap
Yá ‘Alíyyu’l-‘Alá “ O Gij de Verhevene, de Verhevenste!”
Yá Bahá’u’l-Abhá “O Gij Heerlijkheid der Heerlijkheden!” OF “O Gij Glorie van de Alglorierijke!”
3.5 De maanden van de bahá’í-kalender (of badí‘-kalender)
1. Bahá Pracht
2. Jalál Heerlijkheid
3. Jamál Schoonheid
4. ‘Azamat Grootheid
5. Núr Licht
6. Rahmat Barmhartigheid
7. Kalimát Woorden
8. Kamál Volmaaktheid
9. Asmá’ Namen
10. ‘Izzat Macht
11. Mashíyyat Wil
12. ‘Ilm Kennis
13. Qudrat Kracht
14. Qawl Spraak
15. Masá’il Vragen
16. Sharaf Eer
17. Sulṭán Soevereiniteit
18. Mulk Heerschappij
Ayyám-i-Há schrikkeldagen (letterlijk “de dagen van Há”, de letter Há)
19. ‘Alá’ Verhevenheid
3.6 De jaren van de bahá’í-kalender (of badí‘-kalender)
1. Alif A
2. Bá’ B
3. Ab Vader
4. Dál D
5. Báb Poort
6. Váv V
7. Abad Eeuwigheid
8. Jád Grootmoedigheid
9. Bahá Pracht
10. Ḥubb Liefde
11. Bahháj Heerlijk
12. Javáb Antwoord
13. Aḥad Enige
14. Vahháb Milddadig
15. Vidád Genegenheid
16. Badí‘ Oorsprong
17. Bahí Lichtend
18. Abhá Lichtendste
19. Váḥid Eenheid
Hoofdstuk 4
Hoofdlettergebruik
4.1 Algemeen
Volgens het boek Schrijfwijzer van Jan Renkema worden hoofdletters of kapitalen gebruikt in drie gevallen: a. aan het begin van de zin; b. als uitdrukking van eerbied; c. ter aanduiding van een naam. Ook het boek Spellingwijzer Onze Taal geeft een duidelijke rubricering van hoofdlettergebruik. Het verdient aanbeveling dat bahá’ís die zich met het schrijven van teksten over het Bahá’í-geloof bezighouden zich in het vraagstuk van het hoofdlettergebruik verdiepen, om de Nederlandse spellingsregels hieromtrent correct toe te passen en de invloeden vanuit het Engels, ook het als één woord schrijven, het hoofd te bieden.
Veel woorden en namen in bahá’í-teksten worden met hoofdletters geschreven omdat ze uitdrukkingen van eerbied betreffen of omdat ze te kenmerken zijn als namen. Hieronder wordt gepoogd de regels voor hoofdlettergebruik nader uit te werken.
4.2 God en benamingen van God
Bij de betekenis van God als naam van het Opperwezen is het gebruik van een hoofdletter voorgeschreven. In de betekenis van god als godheid, als machtig en aanbiddelijk wezen, wordt een kleine letter gebruikt. Als voorbeeld de uiting van geloof in de islam: Er is geen god dan God.
Benamingen van God met een hoofdletter:
de Krachtige, de Immer Gevende, de Bij-Zich-Bestaande
God, onze Heer, de Schepper, de Almachtige
Benamingen van God die uit meerdere woorden zijn opgebouwd, wordt alleen het eerste woord met een hoofdletter geschreven:
De Heerser van het Koninkrijk van namen, de Aloude van dagen, de Heer der heerscharen,
de Helper in nood, de Bij-zich-bestaande
Ook alle voornaamwoorden die op God betrekking hebben worden met een hoofdletter geschreven:
God is in Zichzelf, de Alwetende.
Hij is Degene die uw stem heeft gehoord.
Gij Wiens kracht al het geschapene doordringt.
Helpt Gij Uw vertrouwde dienaren…
Sta mij toe geheel de Uwe te zijn.
4.3 Manifestaties van God en Hun benamingen
De namen van de Manifestaties van God worden alle met een hoofdletter geschreven:
Adam
Abraham
Bahá’u’lláh
Boeddha
Christus
de Báb
Krishna
Mozes
Muḥammad / Mohammed
Zoroaster
Benamingen van de Manifestaties van God:
De Manifestatie, de Boodschapper, de Heiland, de Messias (maar: messiaanse verwachting), de Profeet (maar: profetisch tijdperk), de Gezegende Schoonheid, de Aloude Schoonheid, Verguisde, het Zegel der Profeten, Pen van Heiligheid, Geest van Waarheid, Kernen van Onthechting, Duif van Eenheid.
Voornaamwoorden die betrekking hebben op Manifestaties van God.
Met een hoofdletter de persoonlijke, bezittelijke, aanwijzende en betrekkelijke voornaamwoorden:
Bahá’u’llah en Zijn boodschap
Bahá’u’lláh Zelf…
Bahá’u’lláh die Zelf…
Bahá’u’lláh die Zich…
Hij is het die in het Oude Testament Jehova werd genoemd, die in het Evangelie met de Geest van Waarheid werd aangeduid en die in de Qur’án als de Grote Aankondiging uitgeroepen werd.
…is de erkenning van Hem die de Dageraad van Zijn Openbaring en de Bron van Zijn wetten is…
“Hij dien God zal openbaren” (titel van Bahá’u’lláh: “Hij die door God geopenbaard zal worden.”)
4.4 Eigenschappen (hoedanigheden) van God en Zijn Manifestaties
Deze worden met een kleine letter geschreven.
pracht, heerlijkheid, schoonheid, macht, kracht, heiligheid, edelmoedigheid,
Uw soevereiniteit, Uw milddadigheid
4.5 Heilige Geest, Geesten en engelen
Waar deze in relatie staan met God wordt een hoofdletter gebruikt:
de Heilige Geest, de Grootste Geest, de Geest van God, de Geest Gods, Gabriël, de Heilige Maagd
In andere gevallen een kleine letter:
de geest des geloofs, de geest des levens
4.6 Zaken die als heilig worden ervaren
Zelfstandige naamwoorden met een heilige betekenis worden met een hoofdletter geschreven:
het Koninkrijk Gods, de Heilige Maagd, het Sacrament, de Heilige Geest,
het Koninkrijk van Namen, de Boom des Levens
…in het Koninkrijk van Zijn Zaak alsmede in de wereld der schepping
het Heiligste Boek, de Heilige Schrift, de Heilige Evangeliën
de Bahá’í-beschikking, de Beschikking van Bahá’u’lláh
de Bahá’í-geschriften, de Geschriften van Bahá’u’lláh. Maar: de geschriften van ‘Abdu’l-Bahá
de Bahá’í-zaak, de Zaak van Bahá’u’lláh
de Openbaring van Bahá’u’lláh
de Gezegende Graftombe (van Bahá’u’lláh)
de graftombes van Bahá’u’lláh en de Báb bevinden zich in het Heilige Land
Het begrip “verbond” wordt met een hoofdletter geschreven als het de algemene relatie tussen God en de mensheid betreft. Met een kleine letter als het de relatie tussen een Manifestatie en Zijn volgelingen betreft:
Laat Hij uw vreze zijn, vergeet niet Zijn Verbond met u.
Het verbond van Bahá’u’lláh met Zijn volgelingen kreeg onder andere uiting door de aanwijzing van ‘Abdu’l-Bahá als het Middelpunt van het Verbond.
Echter, niet alle zaken die voor bahá’ís met heiligheid worden verbonden, worden met een hoofdletter geschreven:
Het Bahá’í-geloof kent negen heilige dagen
De heilige plaatsen van het Bahá’í-geloof in het Heilige Land
In dit boek staan veel aanhalingen uit de heilige teksten
De zeeën van goddelijke wijsheid en goddelijke woorden
4.7 Heilige Boeken en Tafelen
Met een hoofdletter de titel van het boek en boekbenamingen:
De Bijbel, de Koran, het Evangelie, de Zeven Valleien, de Verborgen Woorden,
De Schrift, de Heilige Schrift, de Bahá’í-geschriften (het geheel van verzamelde werken)
Deze geschriften werden geschreven in het Heilige Land.
…door Zijn verhevenste Pen in de Boeken en Tafelen zijn vastgelegd
De Kitáb-i-Aqdas, het Heiligste Boek
Met een hoofdletter de namen van heilige Tafelen en gebeden:
De Tafel van Ishráqát, de Achtste Ishráq
De Tafel van Aḥmad
Het korte Verplichte Gebed
Het middellange Verplichte Gebed
Het lange Verplichte Gebed
Het Gebed voor de Doden (zijnde het specifieke gebed dat in De Kitáb-i-Aqdas is opgenomen)
Met een kleine letter:
tafelen, geschriften, boeken, woorden, uitspraken van ‘Abdu’l-Bahá
4.8 ‘Abdu’l-Bahá en Shoghi Effendi
Namen en titels van ‘Abdu’l-Bahá en Shoghi Effendi met een hoofdletter:
het Grote Voorbeeld, het Middelpunt van het verbond, de Meester
het Teken van God op aarde, de Behoeder
Voornaamwoorden van ‘Abdu’l-Bahá met een hoofdletter.
4.9 Benamingen en titels van historische figuren
Met een hoofdletter:
de Grootste Tak
het Grootste Heilige Blad
de Handen van de Zaak van God
de Apostelen van Bahá’u’lláh
de Letters van de Levende
de Ridders van Bahá’u’lláh
4.10 Geloofsinstellingen en instituten
Instituten van gezindten worden met een hoofdletter geschreven. Dit geldt ook voor de namen van geestelijke of culturele verschijnselen.
De Nederlands Hervormde Kerk, het Humanistisch Verbond (maar: het humanisme), de Gouden Eeuw, het Vormende Tijdperk, de Bahá’í-cyclus (als naam van een tijdperk)
Ik werd bahá’í tijdens het Negenjarenplan.
De Tienjarenkruistocht (1953-1963)
Afleidingen krijgen een kleine letter: de katholieke geloofsleer
Formele geloofsinstellingen krijgen een hoofdletter:
de Behoeder van het Bahá’í-geloof
het Universele Huis van Gerechtigheid
de Nationale Geestelijke Raad
de Plaatselijke Geestelijke Raad
het Negentiendaagsfeest
het Bahá’í-wereldcentrum
het Bahá’í-bestuursstelsel
Bahá’í-gemeenschap Nederland (zie ook 4.11)
Bahá’í-gemeenschap van Amsterdam (zie ook 4.11)
de Internationale Bahá’í-conventie
de Nationale Conventie
de Handen van de Zaak van God
het Continentaal College van Raadgevers
de Hulpraden
de assistenten van de Hulpraden
het Nationaal Fonds (als aanduiding van een ingesteld bahá’í-fonds)
het Nationaal Groeicomité
het Internationaal Onderrichtscentrum
het Nationaal Bahá’í-centrum
het Nationaal Bahá’í-vrouwenforum
Dienstonderdelen, afdelingen en departementen – mengvorm:
de afdeling Onderzoek van het Bahá’í-wereldcentrum (soortaanduiding die niet tot de naam behoort)
de afdeling Secretariaat van het Nationaal Bahá’í-centrum (idem)
het Bureau Public Affaires (van de Nationale Geestelijke Raad) (Bureau hoort bij de naam)
het Bureau Penningmeester (van de Nationale Geestelijke Raad) (idem)
het Nationaal Bahá’í-archief
de Nationale Bahá’í-bibliotheek
In een aanhef wordt gepleit voor kleine letters:
Geachte raad,
Geacht college,
Met een kleine letter:
jaarvergadering
één keer per jaar komen de bahá’ís in een jaarvergadering bijeen
districtsconventie
jaarlijks worden er op diverse plaatsen districtsconventies gehouden
Afleidingen van instellingen krijgen een kleine letter, behalve daar waar onduidelijkheid het gevolg zou zijn:
de Kamer, de Kroon, de Staat.
Het Huis heeft hier een brief over geschreven.
Er zijn enkele tientallen lokale bahá’í-gemeenschappen in Nederland.
Er zijn meerdere internationale bahá’í-fondsen, de belangrijkste echter is het Internationaal Fonds.
In de raadsvergadering van afgelopen dinsdag heeft de Raad zich hierover gebogen.
Dit onderwerp is op de raadstafel geweest en is te lezen in de raadsnotulen.
In het conventieverslag kun je daarover lezen.
Na Shoghi Effendi, de Behoeder van het Geloof, is het behoederschap geëindigd.
Scholen, opleidingen, bijeenkomsten – kleine letter:
de zomerschool, de winterschool, de bahá’í-school, het voorjaarskamp, de kinderklassen, het verdiepingsweekend, het onderrichtsinstituut
Naar personen genoemd – hoofdletter en aan elkaar
het Pieter Jelles Troelstraplein
de Johan Huizingalezing
het Rúḥí-instituut
de Ṭáhirih-lezing
Nog een paar voorbeelden ter verduidelijking:
De bijdragen aan het Plaatselijk Fonds zijn flink gestegen.
Het geven aan de fondsen is een strikt persoonlijke kwestie.
In de vergadering van de Plaatselijke Geestelijke Raad is onderricht een vast agendapunt.
In zijn vorige vergadering heeft de Raad over dat punt besloten.
De Bahá’í-gemeenschap van Vlieland is flink in grootte gegroeid.
Er zijn al veel actieve bahá’í-gemeenschappen in Nederland
Tot de bahá’í-gemeenschappen in de Randstad behoort de Bahá’í-gemeenschap van Leiden
Voor cluster Midden is een comité voor onderricht ingesteld: het clusteronderrichtscomité
Het Nationaal Trainingsinstituut staat onder leiding van de Nationale Geestelijke Raad
In het eerste Negenjarenplan was Voorburg een doelstad.
In latere jarenplannen werd er niet meer met doelsteden gewerkt.
Voor informatie over het congres kunt u terecht bij de afdeling Secretariaat.
Bij het secretariaat kunt u de gewenste documentatie aanvragen.
Het Ṭáhirih Instituut was een bahá’í-instituut.
4.11 Bahá’í-gemeenschap
Het hoofdlettergebruik bij Bahá’í-gemeenschap is afhankelijk van de context. Wordt een specifieke Bahá’í-gemeenschap bedoeld, vertegenwoordigd door een Nationale of Plaatselijke Geestelijke Raad, dan wordt een hoofdletter gebruikt. In de andere gevallen geldt een kleine letter: bahá’í-gemeenschap.
Bahá’í-gemeenschap Nederland
De Bahá’í-gemeenschap van Nederland is een rechtspersoon.
De Nederlandse Bahá’í-gemeenschap hanteert een eigen spellingwijzer.
Bahá’í-gemeenschap Amsterdam
De Bahá’í-gemeenschap van Amsterdam heeft een eigen nieuwsbulletin.
De Amsterdamse Bahá’í-gemeenschap bestaat meer dan vijftig jaar.
Over het algemeen is de bahá’í-gemeenschap erg actief.
In de wereldwijde bahá’í-gemeenschap is veel aandacht voor deelname aan het publieke discours
Op clusterniveau werken veel bahá’í-gemeenschappen met elkaar samen.
Elke plaatselijke bahá’í-gemeenschap organiseert het Negentiendaagsfeest.
4.12 Kalenderaanduidingen, heilige en bijzondere dagen
Feestdagen, tijdperken en historische gebeurtenissen met een hoofdletter:
Naw-Rúz, Naw-Rúzfeest, het feest van Naw-Rúz
Riḍván, Riḍvánfeest, Riḍvánperiode, het feest van Riḍván
Negentiendaagsfeest, het Negentiendaagsfeest van Pracht, het Feest van Pracht
de Verkondiging van de Báb, de Hemelvaart van Bahá’u’lláh
de Dag van het Verbond, de Dag voor de Rechten van de Mens
deze Dag (als tijdperk), het Gouden Tijdperk, het Vormende Tijdperk
de Conferentie van Badasht
De geboorte van ‘Abdu’l-Bahá viel samen met de Verkondiging van de Báb
Overige kalenderaanduidingen, afleidingen en samenstellingen – kleine letter:
maandag, januari
de schrikkeldagen (maar: de Ayyám-i-Há)
de vasten, de vastentijd, de vastenperiode, de periode van vasten
hemelvaartsdag (maar: de Hemelvaart van Bahá’u’lláh)
Ze vierden de negende dag van Riḍván.
De twaalfde dag van Riḍván is een heilige dag.
Hoofdstuk 5
Alfabetische woordenlijst
Gebruikte afkortingen:
[Ar] Arabisch
[Perz] Perzisch
[Turk] Turks
[Eng] Engels
[Ned] Nederlands
[int] internationaal volgens transliteratieregels
A
‘abá [Ar]
Ábádih
‘Abbás
‘Abbás Effendi
‘Abbás-i-Núrí, Mírzá
‘Abbúd, Ilyás
‘Abdu’dh-Dhikr [Ar] (een aanduiding van de Báb)
‘Abdu’l-‘Azíz, Sultán
‘Abdu’l-Bahá
‘Abdu’l-Bahá’s [zie 3.3]
‘Abdu’l-Ḥamíd II
‘Abdu’l-Ḥusayn
‘Abdu’l-Vahháb-i-Shírází
‘Abdu’lláh Páshá
Abhá [Ar] [zie 3.4]
Abhá-koninkrijk [Ned]
Abhá-schoonheid [Ned] (Bahá’u’lláh)
abjad, abjadisch
abjad-numerieke waarde [Ned]
abluties
Abraham
Abu’l-Faḍl
Abu’l-Faḍl-i-Gulpáygání, Mírzá
Abu’l-Ḥasan-i-Ardikání, Mullá (Ḥájí Amín-i-Iláhí)
Abú-Ṭálib, Mullá
Acre [Eng] (‘Akká, Akko)
‘Ád
Adam
adamitische cyclus
‘Adasíyyih
adhán
Ádhirbáyján
Adíb
Adrianopel [Ned] (huidige Edirne)
Afnán (bladeren)
Aghṣán (takken)
A.D. (Anno Domini)
A.H. (Anno Hegirae)
‘Ahd
Ahlu’l-Kitáb
Aḥmad
Aḥmad-i-Aḥsá’í, Shaykh
Aḥmad Big Tawfíq
Aḥsanu’l-Qiṣaṣ
Ahváz
akbar [Ar]
Ákhúnd, Ḥájí (‘Alí-Akbar-i-Shahmírzádí)
‘Akká
Akko
‘Alá’ [Ar] (Verhevenheid)
‘Alí
‘Alí, Ḥájí Mírzá Siyyid
‘Alí ibn Abí Ṭalib
‘Alí-Akbar-i-Shahmírzádí (Ḥájí Ákhúnd)
‘Alí-Muḥammad, Siyyid (de Báb)
‘Alí Páshá, Muḥammad Amín
‘Álim [Ar]
‘Alíy-i-Basṭámí, Mullá
Allah [Ned]
Alláh [Ar]
Alláh-u-Abhá [Ar] [zie 3.4]
Alláh-u-Akbar [Ar]
Allergrootste Onfeilbaarheid
Allergrootste Gevangenis
almacht, Almachtige (God), Uw almacht
Aloude Schoonheid (Bahá’u’lláh)
Aloude van Dagen (Bahá’u’lláh) (niet: Aloude der Dagen)
Aloude Wortel (Bahá’u’lláh)
alváh
Alváḥ-i-Saláṭín
Amatu’l-Bahá Rúḥíyyih Khánum
Amín
Amín, Ḥájí (Mullá Abu’l-Ḥasan-i-Ardikání, Amín-i-Iláhí)
Amín-i-Iláhí (Mullá Abu’l-Ḥasan-i-Ardikání, Ḥájí Amín)
Amír [Ar, Perz]
Amír-Nizám
Amru’lláh
Ámul
Anís (Muḥammad-‘Alíy-i-Zunúzí)
Anísá [Ar] (Boom des Levens)
antichrist
Apocalyps
Apostel(en) van Bahá’u’lláh
áqá [Turks, Perz]
Áqá (de Meester, titel van ‘Abdu’l-Bahá)
Áqá Ján, Mírzá
Áqásí, Ḥájí Mírzá
Áqáy-i-Kalím
aqdas [Ar]
‘Arabistán
Arc (de boog op de berg Karmel waarlangs de internationale bestuurlijke gebouwen van het Bahá’í-geloof zijn gebouwd)
Arḍ-i-Sirr (Land van Mysterie; Edirne)
Ark (de Zaak van God)
Ark, Karmozijnrode (het Verbond;
Eng: Crimson Ark)
Ashraf, Áqá Siyyid
Ásiyih Khánum
Asmá’ [Ar] (Namen)
assistenten van de Hulpraden
Astarábád
attar of roses [Eng]
‘Aváshiq
Ayádí
Ayyám-i-Há (Ned: schrikkeldagen)
Azal (Mírzá Yaḥya, Ṣubḥ-i-Azal)
azalí (volgeling van Azal)
A‘ẓam [Ar] (Grootste)
‘Aẓamat [Ar] (Grootheid)
‘Azíz
B
Bá [Ar]
Báb, de
Báb’s, de [zie 3.3]
bábí, bábís
bábí-beschikking
bábí-geloof
Bábu’l-Báb
Bábu’lláh
Badasht, Conferentie van
Badí‘ (naam)
badí‘-kalender (bahá’í-kalender)
Bagdad [Ned]
Baghdád [int]
bagum (bigum) [Turk]
Bahá [Ar] (Pracht)
bahá’í, bahá’ís
Bahá’í-beschikking, de
bahá’í-boeken
Bahá’í-bestuursstelsel, het
bahá’í-centrum, een
Bahá’í-centrum, het Nationaal
bahá’í-cyclus
bahá’í-feest
bahá’í-fonds
bahá’í-gebed(en)
Bahá’í-geloof, het
Bahá’í-gemeenschap, de [zie 4.11]
Bahá’í-geschriften, de
bahá’í-instellingen
bahá’í-instituten
bahá’í-jongeren
bahá’í-kalender
bahá’í-literatuur
bahá’í-principes
bahá’í-scholen
bahá’í-tijdperk
bahá’í-vrienden
Bahá’í-wereldcentrum, het
bahá’í-wetten
Bahá’í Faith [Eng]
Bahá’í International Community [Eng]
Bahá’u’lláh
Bahá’u’lláh’s [zie 3.3]
Bahíyyih
Bahíyyih Khánum
Bahjí
Balúchistán
Bandar-‘Abbás
Baní-Háshim
Báqir
Baqíyyatu’lláh [Ar]
Bárfurúsh
Barmhartige (God), Uw barmhartigheid, God van barmhartigheid
bastonnade (Eng: bastinado)
Bátúm
Bayán [Ar]
bayt
Bayt-i-A‘ẓam [Ar] (Eng: the Most Great House)
Baytu’l-‘Adl-i-A‘ẓam [Ar] (Universele Huis van Gerechtigheid)
Baytu’l-Ma‘múr [Ar] (Eng: Frequented Fane)
B.E. (Eng: Bahá’í Era)
Behoeder, de (titel van Shoghi Effendi)
Beloofde, de
bescherming, heiligdom van Uw bescherming
Bestuursstelsel, (het Bahá’í-bestuursstelsel)
bestaan, Bij-Zich-Bestaande
Betrouwbare Handgreep (Eng: Sure Handle)
Big [Turks]
Bij-Zich-Bestaande, de (God)
Bírjand
Bishárát (Eng: Glad-Tidings)
Bismi’lláh
Boeddha [Ned]
Boodschapper (Manifestatie)
boom, Boom des Levens (Manifestatie)
Brandende Braamstruik, de
Buddha [Eng]
Bukhárá
Buq’atu’l-Hamrá’ (karmozijnrode Plek)
Burújird
Búshihr
Bushrú’í
Bushrúyyih
Buzurg [Perz]
Buzurg, Áqá
Buzurg-i-Vazír, Mírzá
C
Caliph [Eng] (Khalífih) (Ned: kalief)
Carmel, Mount [Eng] (Ned: berg Karmel)
Chihríq
christen
christendom
Collins Gate [Eng]
Constantinopel [Ned] (huidige Istanbul)
Continentaal College van Raadgevers, het
Continentale Colleges van Raadgevers, de
conventie, de Nationale Conventie
D
dag, Dag (tijdperk), deze Dag, Uw Dag, dag des oordeels, Dag van God
Dag van het Verbond [zie 4.12]
dag-en-nachtevening (equinox)
Dageraad van Uw Naam
Dageraad van Uw Namen (Manifestatie)
dageraad van Uw Openbaring
Dagster van Uw Naam (Manifestatie)
Dalá’il-i-Sab’ih (Eng: The Seven Proofs)
Dárúghih
darvísh (dervish) [Perz] (Ned: derwisj)
Darvísh Muḥammad-i-Írání
Dawlat-Ábád
Dawn-Breakers [Eng]
Dhabíḥ
Dhi’b [Ar]
dhikr [Ar]
discipelen van ‘Abdu’l-Bahá
djinn
Driejarenplan, het [zie 4.10]
du‘á [Ar, Perz]
Duif van Eenheid (Manifestatie)
Duif van Uw eenheid (Manifestatie)
Duzdáb
E
Edirne (voorheen Adrianopel)
een-zijn
eenheid
eer, Eer (God), Uw eer
effendi [Turk]
Effendi, Shoghi
equinox (dag-en-nachtevening)
Essentie (Manifestatie)
Esslemont, dr. John Ebenezer
F
faqíh [Ar] (mv: fuqahá)
Fará’id
Fárán
farmán (firmán) [Perz]
farrásh [Perz]
farrásh-bashí [Perz]
Fárs
farsakh [Perz]
Farsí [Perz] (Ned: Perzisch)
Fatḥ-‘Alí Sháh
Fáṭimih, Boek van (De Verborgen Woorden)
Fáṭimih Khánum
fatvá [Ar]
Fiḍál [Ar]
Firdaws Garden [Eng]
Firdawsí
fireside [Eng]
G
Ganjih
geest, Geest van Waarheid (God, Manifestatie), Geest Gods [zie 4.5]
gelaat, Uw heilig gelaat
geliefden (gelovigen), Geliefde (titel)
geloof
Geloof, het (het Bahá’í-geloof)
gelovigen
genade, Genade (God), Uw genade, de Genadige (God)
geuren, goddelijke geuren
Gevolmachtigde (Eng: Trustee)
Gezegende Schoonheid, de (Bahá’u’lláh)
ghuṣn [Ar] (tak)
Ghuṣn-i-A‘zam
Ghuṣn-i-Mumtáz (Shoghi Effendi)
gij, Gij (God), Gij (Manifestatie)
Gílán
Glorierijke (God)
God (maar: als een god)
God, genadige God
goddelijk(e), Essentie van goddelijkheid
Gods Recht
Greatest Holy Leaf [Eng]
Grootste Heilige Blad [Ned]
Grootste Naam, de
Grootste Tak, de (‘Abdu’l-Bahá)
Guardianship [Eng]
gul
Gulistán
Gurgín
H
Há [Ar]
Há, de Dagen van (schrikkeldagen)
Ḥabíb (naam)
hadith [Ned]
ḥadíth [Ar]
hadj [Ned]
hadji [Ned]
Ḥaḍrat [Perz]
Ḥaḍrat-i-A‘lá (titel van de Báb)
Haifa
Ḥájj [Ar], Súriy-i-Ḥájj
Ḥájí [Perz]
Ḥájí Mírzá Áqásí
Ḥakím
Hamadán
Handen van de Zaak van God
ḥaqíqat [Perz]
ḥaram [Ar]
Ḥaram-i-Aqdas
Hartenbloed van de Zaak, het
Ḥasan
Ḥasan-i-Adíb, Mírzá (Adíb)
hawdaj
Ḥaydar-‘Alí, Ḥájí Mírzá
Haykal
Ḥaẓíratu’l-Quds [Ar] [zie 3.4]
heer, Heer (God), Heer der werelden (Manifestatie)
heerlijkheid, Heerlijkheid der Heerlijkheden (Manifestatie), Uw heerlijkheid
heerschappij, Heerschappij (God), Uw heerschappij
Heiland (Manifestatie)
heiligdom van Uw bescherming
heilige dag(en)
Heilige Geest, de
Heilige Land, het
heilige plaats
heilige Tafelen
Heiligste Boek, Het (Kitáb-i-Aqdas)
Helper in nood, de (God)
hemel, hemelen
Hemel van goddelijke Woorden
Heraut (Eng: Herald)
Hervormde Kerk, de
Ḥijáz
Hijra (Hijrat) [Ar]
Hij Dien God zal openbaren (Bahá’u’lláh)
Himmat-Ábád
Hindoe(s), Hindoestaan (uit Indië)
hindoe(s) (aanhanger van het hindoeïsme)
hindoeïsme
horizon, horizon Uwer Openbaring, stralendste Horizon (Manifestatie)
howdah
Húd
Huis van Aanbidding (Mashriqu’l-Adhkár)
huis van ‘Abbúd
huis van ‘Abdu’lláh Páshá
Huis van Bahá’u’lláh (Bayt-i-A‘ẓam)
Huis van de Báb (in Shíráz)
Huis van Gerechtigheid, het Universele
huis van ‘Údí Khammár
Ḥujjat
Hulpraad voor bescherming en verspreiding van het Geloof
Ḥuqúqu’lláh [zie 3.4)]
Ḥúrí
Ḥurúf-i-Ḥayy (Ned: Letters van de Levende)
Ḥusayn
Ḥusayn, Imám
Ḥusayn-‘Alí, Mírzá (Bahá’u’lláh)
Ḥusayn-‘Alíy-i-Núrí, Mírzá (Bahá’u’lláh)
Ḥusayn-i-Bushrú’í, Mullá
Ḥusayníyyih
I
ibn [Ar]
Ibn-i-Abhar (Mullá Muḥammad Taqí)
Ibn-i-Asdaq (Mírzá ‘Alí-Muḥammad)
Ibn-i-Dhi’b (de Zoon van de Wolf)
Ibrahím (Ned: Abraham)
‘Idál [Ar]
Íl
‘Ilm [Ar] (Kennis)
imam [Ned] (een geestelijk leider in de islam)
imamaat
Imám (één van de twaalf opvolgers van Mohammed in de Shí’ih-islam)
imám-jum‘ih
Imám-Zádih Ḥasan
Imam-Zádih Ma‘ṣúm
Imám-Zádih Zayd
inshá’lláh [Ar] (zo God wil, Deo volente)
instituut, het Nationaal Trainingsinstituut
Intercalary Days [Eng] (Ned: schrikkeldagen)
Internationaal Bahá’í-fonds, het
Íqán, Kitáb-i- (de Íqán)
Iran, Iraans(e), Iraniër [Ned]
Irak, Irakees, Irakese [Ned]
‘Iráqí [int]
‘Iráq-i-‘Ajam
Isfahan, Esfahan [Ned]
Iṣfáhán [int]
Isfandíyár
‘Ishqábád (Ashkabad)
Ishráq, de Achtste
Ishráqát [Ar], de Tafel van
islam, islamitisch [Ned]
Ism-i-A‘ẓam [Ar]
Ismu’lláhi’l-Ákhir [Ar]
Istanbul (voorheen Constantinopel)
Ishtihárd
Ismá‘ílíyyih
Istijlál [Ar]
Istiqlál [Ar]
Ithná-‘Asharíyyih
‘Izzat [Ar] (Macht)
J
Jaar van Geduld / Wachten (naam van een wet)
Jalál [Ar] (Heerlijkheid)
Jamádíyu’l-Avval
Jamál [Ar] (Schoonheid)
Jamál-i-Mubárak (de Gezegende Schoonheid)
Jamál-i-Qidam [Ar] (de Aloude Schoonheid)
jarenplan (maar: het Negenjarenplan)
Jásb
Javáhiru’l-Asrár
Jezus
jináb [Ar]
Jináb-i-Bahá (Bahá’u’lláh)
K
Kaaba (ka‘bih) [Ar]
Kad-khudá (Kad-Khudá)
kalántar
kalief (Ar: Khalífih, Eng: Caliph)
Kalimát [Ar] (Woorden)
Kalimát-i-Firdawsíyyih (Eng: Words of Paradise)
Kamál [Ar] (Volmaaktheid)
Karand
Karbilá
Karmel [Eng: Carmel] (Wijngaard van God)
Karmel, Tafel van
Karmozijnrode Ark (Eng: Crimson Ark)
karmozijnrode Plek (Eng: crimson Spot)
Káshán
kashkúl [Perz]
Kawmu’ṣ-Ṣa‘áyidih
Kawthar [Ar]
Káẓim
Káẓim-i-Rashtí, Siyyid
Káẓimayn
kennis, Kennis (God), Uw kennis
Kern van Onthechting (Manifestatie)
Uw kracht, de Krachtige (God)
Khadíjih-Bagum
Khadíjih Khánum
Khammár, ‘Údí
khán (heer)
khánum, vrouwelijke vorm van “khán”
Kheiralla (Khayru’lláh), Ibráhím George
Khurásán
khuṭbih [Ar]
Khuy
King of Martyrs and Beloved of Martyrs [Eng] (Sultánu’sh-Shuhadá’ en Maḥbúbu’sh-Shuhadá’)
Kirmán
Kirmánsháh
kitáb [Ar]
Kitáb-i-‘Ahd (Kitáb-i-‘Ahdí, Boek van het Verbond)
Kitáb-i-Aqdas [zie 3.4]
Kitáb-i-Asmá’ (Boek van Namen)
Kitáb-i-Badí‘
Kitáb-i-Íqán (Boek van Zekerheid)
kleed van Uw genade
Koerdistan [Ned]
Koran [Ned]
Krishna [Ned]
Koning der Koningen (Bahá’u’lláh)
koninkrijk Gods
koninkrijk, koninkrijk van Uw barmhartigheid, het koninkrijk (Gods), Koninkrijk van Namen
kracht, Kracht (God)
Kull-i-Shay’ [Ar]
Kurdistán [int], Koerdistan [Ned]
L
láhút [Ar]
Land van Mysterie (Edirne, Adrianopel)
Land van Ṭá (Teheran)
Lár
laṭáfah (verfijning)
lawḥ (Tafel)
Lawḥ-i-Karmil (Tafel van Karmel)
Laylí
lentetijd, goddelijke lentetijd
licht, Licht (God), Uw licht (leiding), Uw licht (Manifestatie)
Livá [Perz]
Lotusboom, de geheiligde (Sadratu’l-Muntahá)
Luisterrijke Plek, deze (‘Akká)
M
Maagd, de Hemelse
madrisih [Ar]
Maḥbúbu’sh-Shuhadá
Mahd-i-‘Ulyá
Máh-Kú (Mákú)
Maḥmúd
Manifestatie van God, de
Man-Yuẓhiruhu’lláh [Ar] (Hij Die door God zal worden geopenbaard)
marḥabá [Ar]
Marteldood van de Báb [zie 4.12]
Masá’il [Ar] (Vragen)
Mashhad
Mashíyyat [Ar] (Wil)
Mashriqu’l-Adhkár [Ar] [zie 3.4]
masjid [Ar]
Mázindarán
Mazra‘ih
Meest Geliefde (Eng: Best-Beloved)
Meester, de (titel van ‘Abdu’l-Bahá)
Mekka ook Mecca
Messias, messiaans
Middelpunt van het verbond (titel van ‘Abdu’l-Bahá)
Mihdí (de Twaalfde Imám, de Qá’im)
Mihdí, Mírzá
miḥráb [Ar]
milddadig, Uw milddadigheid
Mi’ráj [Ar]
mírzá [Perz]
Mírzá Abu’l-Faḍl (naam)
Mishkín-Qalam
mithqál
moefti(’s) (niet: mufti)
Monument Gardens [Eng]
Mozes [Ned]
moslim(s) [Ned] (niet: islamiet)
Most Holy Book [Eng] (Het Heiligste Boek)
Mohammed [Ned]
Muezzin(s) (niet: mu’adhdhin)
Muḥammad [int] (Ned: Mohammed)
Muḥammad, Ḥájí Mírzá Siyyid
Muḥammad-‘Alí, Mírzá
Muḥammad-‘Alíy-i-Bárfurúshí, Ḥájí Mullá (Quddús)
Muḥammad-‘Alíy-i-Zunúzí (Anís)
Muḥammad-Báqir, Shaykh (Dhi’b, de Wolf)
Muḥammad-Husayn, Mír (Raqshá)
Muḥammad-i-Isfaháni, Siyyid (de Antichrist van de Bahá’í-openbaring)
Muḥammad-Qulí, Mírzá
Muḥammad Sháh
Muḥammad-Taqí, Ḥájí Mírzá
Muḥammad-Taqíh-i-Najafí, Shaykh (Áqá Najafí, de Zoon van de Wolf)
Muḥammad-i-Zarandí, Mullá (Nabíl-i-A‘ẓam)
Muḥammarih
Muḥarram [Ar]
mujtahid
Mulk (Heerschappij)
mullah(s)
Mullá Ḥusayn
Munírih Khánum
Músá, Mírzá
Muṣṭafá
Mustagháth
Mysterie van God (Sirru’lláh, titel van ‘Abdu’l-Bahá)
N
Nabíl [Ar]
Nabíl-i-Akbar (Muḥammad-i-Qá’iní)
Nabíl-i-A‘ẓam (Mullá Muḥammad-i-Zarandí)
Najaf
Najíbíyyih Tuin (Tuin van Riḍván)
nakhud
Na‘mayn
namen, Namen (God), Uw namen
Namen, Koninkrijk van
Náṣiri’d-Dín Sháh
násút [Ar]
Nachtegaal (Bahá’u’lláh)
Nationale Geestelijke Raad
Navváb
Naw-Rúz [zie 3.4]
Naw-Rúzfeest, het feest van Naw-Rúz
Nayríz
Nederlandse Bahá’í-gemeenschap [zie 4.11]
Negentiendaagsfeest, het (instelling)
new era [Eng]
niet-bahá’í, niet-bahá’í-leraar
nuqṭih [Ar]
Nuqṭiy-i-Úlá (het Eerste Punt, titel van de Báb)
Núr [Ar] (Licht)
O
onderrichtsreis
onfeilbaarheid, de Allergrootste Onfeilbaarheid
Oost en West
Oosten (halfrond), het Verre Oosten
oosten, het (windrichting)
openbaring, Bahá’í-openbaring, horizon Uwer Openbaring, Openbaring van Bahá’u’lláh
P
pad van volstrekte kennis
pad, rechte pad (levenswijze), Rechte Pad (Manifestatie), pad Gods (levenswijze), Pad Gods (Manifestatie)
paradijs, Paradijs (God), paradijsvogel, Paradijsvogel (het sterrenbeeld)
Párán
páshá [Turks]
pelgrimshuis, pelgrimstocht
Pen van Heiligheid (Manifestatie)
Perzië (huidige Iran)
Plaatselijke Geestelijke Raad
plan, Plan (van God), Driejarenplan, jarenplan
pracht, Pracht (God), Uw pracht, de Prachtige (God)
Proclamatie van Bahá’u’lláh
profeet, profetisch
Profeet (Manifestatie)
Punt, het Eerste (Nuqtiy-i-Úlá, de Báb)
Punt van de Bayán, het (de Báb)
Q
qáḍí
Qá’im
Qá’im-Maqám
Qájár
qalyán
Qará-Guhar
Qaṣsr-Shírín
Qawl [Ar] (Spraak)
Qayyúm [Ar]
Qayyúmu’l-Asmá’
Qazvín
Qiblih [Ar]
Qúchán
Quddús (Ḥájí Muḥammad-‘Alíy-i- Bárfurúshí)
Qudrat [Ar] (Kracht)
Qum
Qur’án [int] (Ned: Koran)
qurbán
Qurratu’l-‘Ayn (Ṭáhirih)
R
Rabbání [Perz]
Rafsanján
Raḥím
Raḥmán
Raḥmat [Ar] (Genade)
ra’ís
Ramaḍán [Ar]
ramadan, ramadanfeest [Ned]
Rasht
raqshá
rawḍih-khání [Perz]
rawḥání
Riḍá-Qulí, Mírzá
Ridder van Bahá’u’lláh
Riḍván [zie 3.4]
Riḍvánboodschap
Riḍvánfeest, het feest van Riḍván
Riḍván, Tuin van (Najíbíyyih en Na‘mayn)
rik‘at [Ar]
roep, Uw roep
roos
Rúḥí [Ar]
Rúḥí-training, Rúḥí-instituut
Rúḥíyyih Khánum
Rúḥu’lláh
S
Sabzivár
Sadratu’l-Muntahá [Ar] (de geheiligde Lotusboom)
ṣadrih [Ar]
Ṣáḥibu’z-Zamán (The Lord of the Age)
Sa‘íd
Salásil
ṣalát [Ar]
Ṣáliḥ
Salsabíl
Sám Khán
Sangsar
Sárí
Sarkár-Áqá [Ar] (titel van ‘Abdu’l-Bahá)
Satan, de satan, satanisch
Saysán
Schare(n) in den hoge
Schepper (God)
schoonheid, Gezegende Schoonheid, Aloude Schoonheid
schoonheid, Schoonheid (God), Uw schoonheid
sháh [int] (Ned: sjah)
Sháh-Bahrám
shahíd
Sháhrúd
Sharaf [Ar] (eer)
Shari‘ah
Sharí‘at (sharí‘a)
shaykh [Ar] (Ned: sjeik)
Shaykh Aḥmad-i-Aḥsá’í
Shaykh Ṭabarsí
shaykhí
Shí‘ih (Shí‘í, Shí‘ah, Shi‘ite)
Shí’ih-islam [Ned]
Shíráz
Shoghi Effendi
Ṣiráṭ
Sirru’lláh (Mysterie van God, titel van ‘Abdu’l-Bahá)
Sístán
Síyáh-Chál (De Zwarte Put)
siyyid
Siyyid-i-Báb (de Báb)
Siyyid-i-Dhikr
Sion [Eng] [Ned: Zion]
sjah(s) [Ned]
sjeik [Ned]
sjiiet
soefi (ook: Ṣúfí)
soenniet
soera, de soera van Jozef
soevereiniteit, Soevereiniteit (God), Uw soevereiniteit
soevereiniteit, de Soevereine Heer (God), de Soevereine (God)
Ṣubḥ-i-Azal
Sulaymán
Sulaymáníyyih
sultan(s), sultanaat [Ned]
Sulṭán [Ar]
Sulṭán-Ábád
Sulṭánu’sh-Shuhadá’
Sunní-islam [Ned]
Súratu’l-Haykal
súrih (súra) [Ar] [Ned: soera(’s)]
Súriy-i-Damm
Súriy-i-Ghusn (Eng: Tablet of the Branch)
Súriy-i-Ḥajj
Súriy-i-Haykal (Eng: Tablet of the Temple)
Súriy-i-Mulúk (Eng: Tablet of the Kings)
Súriy-i-Ra’ís
Súriy-i-Ṣabr
T
Ṭá [Ar]
Ṭá, Land van (Teheran)
Ṭabarsí, Fort van Shaykh
Tabríz
Tafel (lawḥ)
Ṭáhirih
Ṭáhirih-lezing, Ṭáhirih-dag
táj
Tajallíyát (Eng: Effulgences)
tak, Grootste Tak (titel), Zuiverste Tak (titel)
Tákur
Taqí
Taqí Khán-i-Faráhání, Mírzá
Taqíyyih [Perz]
Ṭarázát (Eng: Ornaments)
tarbíyat
taríqat [Perz]
Táshkand
Tawhíd
tegenwoordigheid, Uw tegenwoordigheid
Teheran [Ned]
Thámud
Thurayyá
Ṭihrán [int] (Ned: Teheran)
túmán
Turkistán
Twaalfde Imám (de Mihdí, de Qá’im)
Tweeling-geboortedagen
Tweeling-Manifestaties
U
‘Údí Khammár
‘ulamá [Ar]
‘Umar (Ned: Omar)
Umm-i-Salimih
Ummu’l-Kitáb
Universele Huis van Gerechtigheid, het
Urúmíyyih
‘Urvatu’l-Vuthqá [Ar]
Úshídar-Máh
ustád [Ar]
‘Uthmán
V
váḥid [Ar] (eenheid, gesymboliseerd door het getal negentien)
Vaḥíd (Siyyid Yaḥyáy-i-Dárábí)
valí
Valí-‘Ahd
Varaqatu’l-‘Ulyá (Varaqiy-i-‘Ulyá)
Varqá [Ar]
vazír (vizír) [Ar, Perz]
Verguisde (Manifestatie)
verheven, de Verhevene (God)
verhevenheid, Verhevenheid (God), Uw verhevenheid, de Verhevene (God)
vesting van Uw verdediging
vizier (niet: vizír [Ar] of vazír [Perz])
vogel, Mystieke Vogel (God, Manifestatie)
volk, volk van Bahá
volk van het Boek (Ahlu’l-Kitáb)
Volmaaktheid (God), Uw volmaaktheid, de Volmaakte (God)
Voorloper (de Báb)
vrede, de Allergrootste Vrede, de Kleine Vrede
W
Waag, de nimmer falende (Kitáb-i-Aqdas)
waarheid
waarheid, Geest van Waarheid (God, Manifestatie), Zon van Waarheid (Manifestatie)
Ware (Eng: True One)
Welbewaarde Tafel (Eng: Preserved Tablet)
wereldgemenebest, -oorlog, -orde, -religie
Westen (halfrond), het Wilde Westen
Wet, de Allergrootste
westen, het (windrichting)
Wijngaard van God (Karmel)
Wil (God), Uw wil
wil, Uw wil
Wolf, de (Shaykh Muhammad-Báqir)
woord Gods
woord, Woord (God), Uw Woord (heilig Geschrift), woorden (hoedanigheid), goddelijke woord
World Order of Bahá’u’lláh [Eng] (Ned: wereldorde van Bahá’u’lláh)
Y
Yá Bahá’u’l-Abhá [Ar] [zie 3.4]
Yaḥyá, Mírzá
Yaḥyáy-i-Dárábí, Siyyid (Vaḥíd)
Yathrib (Medina)
Yazd
Z
zaak, de Zaak (Plan Gods), Bahá’í-zaak, Uw Zaak (plan Gods), de Zaak van God
zádih [Perz]
zakát
Zanján
Zarand
Zarathustra [Eng] (Ned: Zoroaster)
Zarrín-Táj
Zaynab
Zaynu’l-Muqarrabín
Zegel der Profeten, het (Mohammed)
Zetel van het Universele Huis van Gerechtigheid
Ẓillu’s-Sulṭán
Zion [Ned] [Eng: Sion]
zon, Zon van Waarheid (Manifestatie)
Zoroaster
Zwarte Put, de (Siyáh-Chál)
Aanhalingen
“Ik ben ervan overtuigd dat de vrienden niet het gevoel krijgen dat hun energie en geduld zwaar op de proef gesteld worden door nauwgezet vast te houden aan wat een officiële en universele, hoewel arbitraire code voor de spelling van oosterse uitdrukkingen is.”
Shoghi Effendi, november 1923, in Bahá’í Administration, blz. 56
“Het Huis van Gerechtigheid heeft verklaard dat als algemene regel in alle bahá’í-publicaties het transliteratiesysteem moet worden aangehouden.”
Het Universele Huis van Gerechtigheid, 19 juni 1990
“Bahá’í-literatuur voor kinderen valt onder een andere categorie dan de eenvoudige, bovenvermelde literatuur. Bahá’í-kinderen moet, naast andere zaken, zeker geleerd worden om bahá’í-namen en ‑uitdrukkingen op de juiste manier, of tenminste redelijk correct, uit te spreken. Dit is praktisch onmogelijk om te volbrengen met een tekst waarin de transcriptie van Perzische en Arabische woorden niet correct is.”
Het Universele Huis van Gerechtigheid, 19 juni 1990
“Het [Universele Huis van Gerechtigheid] heeft echter toestemming gegeven om bij het drukken van bepaalde introductiefolders voor onderricht, bedoeld voor het grote publiek, van dit systeem af te wijken als men van mening is dat het gebruik ervan een hinderpaal zou zijn en een lezer bij zijn eerste contact met het Geloof irriteert.”
Het Universele Huis van Gerechtigheid, 19 juni 1990
“Het is hier eveneens een aanvaard gebruik de vertrouwde Engelse schrijfwijze van de naam van een stad te gebruiken als deze bestaat, zoals de Behoeder ‘Mecca’ gebruikt in God Schrijdt Voorbij.”
Het Universele Huis van Gerechtigheid, Afdeling van het Secretariaat, 20 mei 1990
“Hij [Shoghi Effendi] vindt het belangrijk dat in de Europese talen twee zaken worden gehandhaafd: hij ziet graag dat er zoveel mogelijk overeenkomst met de Engelse vertalingen bereikt wordt; hij wenst niet dat in de bahá’í-vertalingen de regels van de taal, waarin onze literatuur vertaald wordt, op flagrante wijze overtreden worden.”
Het Universele Huis van Gerechtigheid, 1 juli 1985
“Er bestaat geen bezwaar om bij het vertalen van de woorden van de Meester, een eenduidig woordgebruik te hanteren, zoals in het Engels ‘he does’ ‘of ‘he doeth’ voor ‘hij doet’. Het wekt ongetwijfeld een belachelijke indruk om beide te gebruiken. Er moet voor een van de twee gekozen worden.”
Het Universele Huis van Gerechtigheid, 1 juli 1985