HET UNIVERSELE HUIS VAN GERECHTIGHEID
28 juli 2008
Aan de gelovigen in de Bakermat van het Geloof
Geliefde bahá’í-vrienden,
Tijdens deze dagen van lijden en beproeving waarin u een nieuwe golf van vervolging het hoofd moet bieden terwijl de zeer dierbare zielen die u zo goed hebben gediend nog steeds zonder geldige reden gevangen gehouden worden, bent u voortdurend in onze gedachten en gebeden. De diepe liefde die telkens wanneer wij aan u denken ons hart vervult, beweegt ons ertoe om ons vaker dan voorheen tot u te richten en onze gevoelens van grote genegenheid voor u tot uitdrukking te brengen. Zoals u natuurlijk weet is het niet ons doel u tot een nieuw actieprogramma aan te sporen, en nog minder om de last van uw verantwoordelijkheden te verzwaren of u tot hogere niveaus van opoffering op te roepen, want wij zijn zeker van uw standvastigheid en toewijding aan het Geloof en overtuigd dat u nooit aarzelt om de geestelijke plichten die u door Bahá’u’lláh zijn opgelegd uit te voeren. Niet ontmoedigd door de stemmen die eisen dat u slechts in stilte gelovig bent, alsof geloof en het uiten ervan gescheiden kunnen worden, bent u op een wijze en discrete manier bezig om met uw vrienden zienswijzen uit te wisselen over thema’s die van centraal belang zijn voor de vooruitgang en de glorie van Iran.
In een tijd waarin de Iraanse samenleving wordt verscheurd door lang gevestigde vooroordelen van religie, etniciteit, geslacht en klasse, kan de meer dan anderhalve eeuw ervaring van uw gemeenschap dienen als een rijke bron van inzicht voor de bewoners van dat land. Enerzijds bent u in staat geweest de kwaadaardigste vorm van religieus vooroordeel, die door de vijanden van het Geloof vanaf het ontstaan ervan in stand werd gehouden om de publieke opinie te manipuleren, niet alleen te weerstaan maar zelfs met liefdevolle vriendelijkheid te beantwoorden. Anderzijds hebt u zich onophoudelijk ingespannen om in zowel uw eigen gemeenschap als in uw relaties met anderen alle vormen van vooroordeel uit te bannen.
Het licht dat uw weg altijd heeft verlicht is het principe van de eenheid van de mensheid – de spil waar omheen alle leringen van Bahá’u’lláh wentelen. “Het tabernakel van eenheid is opgericht”, heeft u uw kinderen van jongs af aan geleerd, “beschouwt elkander niet als vreemden. Gij zijt de vruchten van één boom en de bladeren van één tak .” Vooroordeel, hebt u volgehouden, kan niet worden tegengegaan door vervreemding en vijandschap; men moet het overstijgen door vriendelijkheid en liefde. Alle vormen van vooroordeel, luidt uw voortdurende verzekering, komen voort uit onwetendheid en kunnen daarom worden overwonnen wanneer het licht van kennis wordt verspreid door eensgezinde actie en samenwerking met anderen, want een van de meest doeltreffende manieren om vooroordelen te overstijgen is om in eendracht aan een gezamenlijk doel te werken. U bent zich er natuurlijk heel goed van bewust dat het principe van de eenheid van de mensheid, zoals het door Bahá’u’lláh wordt verkondigd, onverenigbaar is met elke poging om uniformiteit af te dwingen. Haar wachtwoord is eenheid in verscheidenheid. Aanvaarding hiervan betekent dat men de rijke verscheidenheid omarmt die het mensenras kenmerkt. Verkondiging hiervan houdt in dat men elke ziel helpt zijn of haar door God geschonken talenten en mogelijkheden te ontwikkelen en tot uiting te brengen ten dienste van de mensheid.
Vanaf het allereerste begin heeft de Zaak van Bahá’u’lláh mensen uit elk segment van de Iraanse samenleving tot zijn gelederen aangetrokken. Zich bewust van de uitdagingen die gepaard gaan met het scheppen van een milieu dat vrij is van vooroordeel, heeft uw gemeenschap vol toewijding onderwijsprogramma’s samengesteld, afgestemd op verschillende leeftijdsgroepen, en heeft zowel haar sociale activiteiten als haar bestuurlijke werkwijze onder de loep genomen, teneinde systematisch de brede kloof te versmallen die mensen van verschillende etnische achtergronden, verschillende leeftijden, verschillende lagen van de bevolking en verschillend geslacht van elkaar kan scheiden. Zij heeft bovendien die gebruiken die op sociale tradities berusten nauwkeurig onderzocht en aangepast, inclusief het gebruik van de dagelijkse omgangstaal, waardoor bewust of onbewust vooroordelen gevoed kunnen worden. Dat er generatie op generatie zulke sterke banden van eenheid en wederzijds begrip zijn ontstaan tussen talloze families, zowel door huwelijken tussen mensen van verschillende religieuze achtergronden als door sociale interacties, geldt als duidelijk bewijs van het succes dat door uw inspanningen behaald is. Het belangrijkste is echter dat u bezig bent met een leerproces over hoe eenheid opgebouwd kan worden en dat uw ervaring in dit opzicht nuttig kan blijken te zijn voor anderen.
Ga daarom, met toewijding en standvastigheid, volhardend verder op dit pad van inspanning. En tracht, al doende, de adeldom waar te nemen in elk menselijk wezen – rijk of arm, man of vrouw, oud of jong, stadsbewoner of dorpeling, werknemer of werkgever, ongeacht etniciteit of religie. Help de armen en noodlijdenden. Schenk aandacht aan de behoeften van jonge mensen en stimuleer hun vertrouwen in de toekomst zodat zij zich voldoende voorbereiden op dienstbaarheid aan de mensheid. Grijp elke gelegenheid aan om uw landgenoten, in uiterste oprechtheid, uw ervaring met het overwinnen van vooroordelen te tonen en werk met hen samen om banden van liefde en kameraadschap te scheppen en zo bij te dragen aan de vooruitgang van uw natie en de voorspoed van haar bevolking.
Er gaat geen moment voorbij dat u niet in onze gedachten bent. Bij elke gelegenheid gedenken wij u en vertellen met trots telkens weer de verhalen van uw standvastigheid en trouw. Onze voortdurende gebeden vergezellen u en in de Heilige Graftomben smeken wij de Gezegende Schoonheid u te beschermen en bij te staan.
Met liefdevolle bahá’í-groeten,
w.g.
het Universele Huis van Gerechtigheid