De ontwikkeling van een nieuwe Europese strategie voor ouderen biedt een kans om de talloze manieren te herkennen waarop ouderen kunnen blijven bijdragen aan de samenleving en om kernconcepten en benaderingen te identificeren die hun mogelijkheden verder kunnen versterken. Door de strategie op deze manier vorm te geven, zal het narratief rond vergrijzende samenlevingen het beeld van ouderen als een last voor de overbelaste pensioen- en zorgstelsels overstijgen. Bovendien moet de strategie niet alleen ingaan op het belangrijke terugkerende thema van het bestrijden van eenzaamheid en sociale isolatie onder ouderen, maar ook erkennen dat samenlevingen juist grote behoefte hebben aan de schat aan kennis, ervaring en wijsheid van oudere generaties om samen met die van jongere generaties constructieve wegen te banen in het licht van toenemende sociale uitdagingen.
Het bevorderen van een sterk gemeenschapsleven op lokaal niveau
Het adresseren van bovenstaande overwegingen vraagt om de ontwikkeling van levendige patronen van gemeenschapsleven en een heroverweging van culturele opvattingen over wie we zijn als samenleving en hoe we met elkaar om moeten gaan. Bij het aanpakken van de vraag wie we zijn, zou er meer aandacht moeten worden besteed aan de gemeenschap als een op zichzelf staande realiteit – naast het individu en de instellingen van de samenleving – en haar rol in het koesteren van een gevoel van betekenisvolle verbondenheid en saamhorigheid.
Het stimuleren van betekenisvolle relaties
Een cruciaal onderdeel van het versterken van patronen van gemeenschapsleven zijn betekenisvolle banden tussen individuen en families. Waar deze kunnen worden gesmeed voelen ouderen zich, samen met hun buren, een integraal onderdeel van een netwerk van wederzijdse steun en wederkerigheid, waar ze niet alleen iemand hebben op wie ze kunnen rekenen, maar weten dat anderen ook van hen afhankelijk zijn. Deze visie gaat, verder dan het creëren van een bedrijfstak van professionele zorg, hoe belangrijk dit ook mag zijn, naar het nadenken over hoe een cultuur van zorgen voor anderen kan worden verweven in de structuur van de samenleving. In de strategie zou bijvoorbeeld kunnen worden nagedacht over hoe instellingen zoals gemeenten, scholen, religieuze instellingen, gemeenschapscentra, kunstorganisaties of instanties voor gezondheidsbevordering, bestaande ontmoetingen tussen inwoners kunnen helpen bevorderen of aanspreken en processen kunnen creëren waarin ze op zinvolle manieren kunnen samenwerken voor de verbetering van door hen zelf geïdentificeerde gemeenschappen.
“De nieuwe strategie biedt Europa de kans om de sociale structuur van de Europese samenleving te heroverwegen […] en kanalen te bieden waarin de aangeboren wens van mensen van alle leeftijden om zinvol bij te dragen aan de samenleving, een praktische uitdrukking vindt.
Het versterken van intergenerationele samenwerking
Een bloeiende gemeenschap is er ook een die intergenerationeel van aard is en die vermijdt om oudere bevolkingsgroepen te behandelen als een groep die gescheiden is van de rest van de samenleving. Aan de ene kant moet een samenleving die elk individu omarmt, ongeacht leeftijd of andere factoren, gebaseerd zijn op de overtuiging dat elke generatie kan bijdragen aan het welzijn en de vooruitgang van iedereen. Aan de andere kant is er een grote verscheidenheid aan omstandigheden onder individuen die als ‘ouderen’ worden beschouwd, en als zodanig kunnen ze niet als een homogene groep worden behandeld. Daarom moet er worden nagedacht over hoe de banden tussen de generaties binnen de hele samenleving kunnen worden versterkt, te beginnen bij de basis van het gemeenschapsleven. Hoe kunnen ouderen bijvoorbeeld fungeren als een bron van ervaring en wijsheid voor jongere generaties? Hoe kunnen kinderen en jongeren ouderen van dienst zijn? Hoe kunnen ruimtes worden gecreëerd die de banden tussen verschillende generaties bevorderen?
Ouderen zien als voorvechters in het gemeenschapsleven
Er kan een gevoel van eenzaamheid en isolement ontstaan wanneer iemand niet langer wordt beschouwd als een persoon die iets waardevols kan bijdragen aan anderen, alsof het productieve deel van het leven nu voorbij is. Toch verdwijnt het verlangen om een zinvolle bijdrage te leveren aan de maatschappij, om een doel te hebben dat verder gaat dan de eigen behoeften niet omdat iemand de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Het verbreden van het begrip ‘bijdragen aan de samenleving’ – voorbij de beperkte definitie van betaalde arbeid – is daarom essentieel om ouderen te waarderen als voorvechters van het gemeenschapsleven.
Hoewel het cruciaal is om tegemoet te komen aan de specifieke behoeften van ouderen op het gebied van zorg, hulpmiddelen en gezondheid, is het vanuit dit perspectief belangrijk om hen niet te reduceren tot deze behoeften. Zelfs met fysieke beperkingen dragen oudere leden van de samenleving op talloze manieren bij aan hun gemeenschap. Bovendien verbetert voortdurende fysieke en mentale activiteit niet alleen de gezondheid en het welzijn, het maakt het ook mogelijk om de rijkdom aan kennis en ervaring die deze mensen gedurende hun leven hebben verzameld te benutten voor het algemeen welzijn.
Conclusie
Er is behoefte aan gesprekken, op alle niveaus van de samenleving, over wat het concept ‘gemeenschap’ inhoudt en hoe het aan de basis kan worden opgebouwd. Dergelijke gesprekken moeten inclusief zijn en verrijkt worden door een verscheidenheid aan gezichtspunten, waarbij inzichten worden geput uit de vele bevolkingsgroepen die Europa tot hun thuis hebben gemaakt en van wie gezichtspunten van onschatbare waarde zullen zijn bij het aanpakken van deze fundamentele vraag.
Een lange levensverwachting is een sterk punt van de Europese samenleving, dankzij de vooruitgang in materiële welvaart. Naast deze materiële vooruitgang biedt de nieuwe strategie een kans voor Europa om de structuur van de Europese samenleving te heroverwegen, om de onderliggende oorzaken van isolatie en eenzaamheid aan te pakken zoals die zich voordoen in alle lagen van de samenleving, en om kanalen aan te bieden waardoor het aangeboren verlangen van mensen van alle leeftijden om een zinvolle bijdrage te leveren aan hun samenleving in de praktijk tot uitdrukking kan komen.