HET UNIVERSELE HUIS VAN GERECHTIGHEID
31 december 2005
Aan de bahá´ís van de wereld
Zeer geliefde vrienden,
Nu de bijeenkomst van de Continentale Raadgevers in het Heilige Land bijna afloopt, voelen wij ons ertoe bewogen met u de gevoelens van blijdschap, triomf en vertrouwen te delen die kenmerkend waren voor een aantal dagen van geconcentreerde beraadslaging over het huidige Vijfjarenplan en over de wereldwijde onderneming die erop zal volgen.
De Hand van de Zaak ‘Ali-Muhammad Varqá opende de conferentie met een opwekkende oproep tot resolute actie, waarbij hij de werkzaamheden bezielde met een geest van onwrikbare vastbeslotenheid. Er was een stroom van verhalen over de inspirerende activiteiten van de vrienden en het verlangen en de ontvankelijkheid van de volkeren in de wereld, waarmee de verzekering werd overgebracht dat het Geloof van Bahá´u´lláh in alle delen van de wereld overvloediger ontbloeit. Op aanhoudende vragen over hoe men het groeiproces in stand moet houden, over hoe men een balans tussen uitbreiding en consolidatie moet bereiken, die de bahá´í-gemeenschap bijna een halve eeuw beziggehouden hebben, werden duidelijke antwoorden gevonden in de ervaringen die gemeld werden uit verschillende clusters in alle continenten. Verslagen over belemmeringen die overwonnen zijn, nieuwe kennis die is opgedaan en creatieve inzichten die ontdekt zijn, maakten duidelijk dat het Leger van het Licht er klaar voor is om naar nieuwe horizonten op te trekken.
Er kan geen twijfel over bestaan dat het binnenkort aflopende Plan een ommekeer in de lotgevallen van het Geloof markeert. Wij kijken naar de volgende vijftien jaren, de laatste jaren van de eerste eeuw van het Vormende Tijdperk, met hoge verwachtingen van hetgeen tot stand gebracht zal worden. Vanuit deze gunstige positie kan de bahá´í-gemeenschap de aanzienlijke mate waarin het Internationale Onderrichtcentrum heeft gezorgd voor de zo onmisbare impuls voor het inslaan van de koers die in deze afgelopen paar jaren is uitgezet, gemakkelijk op waarde schatten; en ook kan men de rijke mogelijkheden onderscheiden die zijn toegewijde inspanningen voorspellen voor de toekomst.
Onze boodschap van 27 december gericht aan de conferentie, die al is overgebracht aan de Nationale Geestelijke Raden, vat het leren over groei tot nu toe samen en schetst de prioriteiten voor het volgende Plan. Zorgvuldige bestudering van de boodschap door alle gelovigen en instellingen zal een essentiële vereiste zijn voor de komende consultaties die na thuiskomst van de Raadgevers op ieder niveau van de gemeenschap zullen plaatsvinden.
[Getekend: Het Universele Huis van Gerechtigheid]