HET UNIVERSELE HUIS VAN GERECHTIGHEID
21 maart 2009
Aan de bahá´ís wereldwijd,
- Deze Naw-Rúz is het honderd jaar geleden dat een van de bijzonderste gebeurtenissen in het Apostolische Tijdperk van de Bahá’í-beschikking plaatsvond, de teraardebestelling van het heilige stoffelijk overschot van de Báb in zijn permanente rustplaats op Gods heilige berg door ‘Abdu’l-Bahá. In de woorden van ‘Abdu’l-Bahá: “De vreugdevolle tijding is deze: dat het heilige, het stralende lichaam van de Báb… nadat het zestig jaar lang van plaats naar plaats was overgebracht, doordat de vijand de overhand had en uit angst voor de kwaadwilligen, en nadat het nimmer enige rust had gekend, nu door de barmhartigheid van de ‘Abhá-schoonheid op de dag van Naw-Rúz plechtig in zijn geheiligde kist in de verheven graftombe op de berg Karmel ter ruste is gelegd.”
- Ter herdenking van deze overwinning van de Zaak, hebben de leden van het Universele Huis van Gerechtigheid, vergezeld door de leden van het Internationaal Onderrichtcentrum, vandaag namens de wereldwijde bahá’í-gemeenschap dankgebeden gezegd in de Graftombe van de Báb en daarmee uiting gegeven aan hun dankbaarheid voor de aan de Zaak van God geschonken onophoudelijke goddelijke bescherming. Tijdens hun plechtige overdenking was hun hart ontroerd door de herinnering aan het onuitwisbare beeld van de Meester dat hij voor het nageslacht achterliet toen hij, honderd jaar geleden op deze dag, nadat hij met eigen handen dat weergaloze Pand in zijn laatste rustplaats had gelegd, zijn hoofd op de rand van de gezegende kist van de Báb liet rusten en “zo hartverscheurend weende, dat alle aanwezigen met hem weenden.” Zij dachten ook aan de vele hindernissen waarmee hij geconfronteerd werd bij de oprichting van dit gezegende bouwwerk en zijn grenzeloze opluchting een van de voornaamste doelen van zijn beleidsperiode te hebben voltooid.
- Een eeuw geleden, toen het Geloof bezig was een zware crisisperiode te boven te komen, waarin de gevangenschap van ‘Abdu’l-Bahá door zijn verstokte vijanden in het Ottomaanse Rijk werd hernieuwd, werd door de verbondsbrekers een zware aanval op de eenheid van het Geloof gedaan en had een opleving in de vervolging van de heldhaftige Perzische gelovigen een nieuwe golf van opoffering teweeggebracht. In de naaste toekomst lagen schitterende overwinningen in het verschiet. De inspannende en voor de toekomst belangrijke reizen van ‘Abdu’l-Bahá naar de westerse wereld zouden onmetelijke geestelijke krachten vrijmaken, bestemd om tot ongekende vooruitgang van het Geloof te leiden op het Amerikaanse en het Europese continent die hij beide bezocht. De Tafelen van het Goddelijk Plan zouden processen in gang zetten die bedoeld waren om te zijner tijd de geestelijke transformatie van de planeet teweeg te brengen. Het Testament van ‘Abdu’l-Bahá zou het fundament gaan vormen voor een toekomstige wereldorde.
- In deze tijd wordt de Zaak van God opnieuw geconfronteerd met wrede en meedogenloze tegenstanders die tevergeefs trachten haar in haar geboorteland uit te roeien. Dit vindt echter plaats in een wereld die zeer veel verschilt van de wereld van honderd jaar geleden, toen het Geloof vrijwel onbekend was en slechts enkele verdedigers had. In alle delen van de wereld roepen de volgelingen van Bahá’u’lláh om gerechtigheid, terwijl zij met het voorbeeld van hun leven overtuigend bewijs leveren van de absurditeit van de beschuldigingen die tegen hun Iraanse broeders worden uitgebracht. In deze oproep krijgen zij bijval van onbevooroordeelde mensen van allerlei achtergronden, met inbegrip van duizenden Iraniërs die hun bezorgdheid uiten over de ontzegging van mensenrechten aan hun bahá’í-landgenoten.
- De opofferingen van de Báb en de “dawn-breakers” van de Zaak brengen een overvloedige oogst voort. Versterkt en vol vertrouwen hebben de volgelingen van de Grootste Naam in de hele wereld hun hulpbronnen gemobiliseerd in een grootse en gezamenlijke inspanning om de genezende balsem van Bahá’u’lláh’s leringen aan de grote mensenmenigten aan te bieden. De schitterende vooruitgang die in de afgelopen eeuw is bereikt toont de onoverwinnelijke kracht aan waarmee de Zaak is begiftigd. Het is niet meer dan een voorteken van de uiteindelijke verwezenlijking van de eenheid der mensheid.
w.g. Het Universele Huis van Gerechtigheid