HET UNIVERSELE HUIS VAN GERECHTIGHEID

8 februari 2013

Aan de bahá’ís in de wereld

Innig geliefde vrienden,
Wij zijn verheugd te zien dat door de processen van het Vijfjarenplan, in gemeenschappen van elke grootte en sterkte, de geest van dienstbaarheid ontvlamt en doelbewuste actie wordt bevorderd. Iedere dag zien wij er voorbeelden van hoe de daad van het er op uit gaan om individuele harten te raken, zielen met het Woord van God bekend te maken en hen uit te nodigen bij te dragen aan de verbetering van de maatschappij, na verloop van tijd kan leiden tot de vooruitgang van een volk. Deze collectieve beweging wordt zichtbaar wanneer de elementen van het Plan verenigd zijn in een goed gecoördineerde, clusterwijde inspanning, waarvan de dynamiek steeds vertrouwder wordt. Voor ervaren gelovigen, evenzeer als voor de nieuwe introducees in het Geloof, ongeacht hun leeftijd of achtergrond, wordt zo’n cluster de omgeving om zij aan zij te werken, elkaar vergezellend in dienstverlening, iedereen in staat stellend om deel te nemen aan de ontvouwing van het Plan.

Uit het panorama van de bahá’í-wereld waar men met serieuze activiteit bezig is, treft ons één verschijnsel in het bijzonder: de doorslaggevende bijdrage die in elk continent door jongeren wordt geleverd. In dit fenomeen zien wij de rechtvaardiging van de hoop die de geliefde Behoeder op hen vestigde “voor de toekomstige vooruitgang en uitbreiding van de Zaak” en van het vertrouwen waarmee hij “alle verantwoordelijkheid voor het behoud van de geest van onzelfzuchtige dienstvaardigheid onder hun medegelovigen” op hun schouders legde. Wij zijn ook getroffen door het aantal jongeren dat, na slechts een korte omgang met de bahá’í-gemeenschap, zich wijdt aan betekenisvolle daden van dienstbaarheid en snel hun affiniteit ontdekt met het streven van het Geloof naar gemeenschapsopbouw. Bij het beschouwen van zowel de bahá’í-jongeren als hun gelijkgestemde leeftijdsgenoten kunnen wij werkelijk niet anders dan ons verheugen over hun gretigheid om een mate van verantwoordelijkheid op zich te nemen om de geestelijke en sociale ontwikkeling van degenen rondom hen te helpen, vooral diegenen die jonger zijn dan zijzelf. In een generatie die wordt verteerd door eigenbelang, waarin zelfs geestelijke verbondenheid wordt gewogen in de schaal van beloning en persoonlijke voldoening, is het hartverwarmend om mensen te ontmoeten, halverwege hun tienerjaren tot in hun twintigste – op wie het vizier van een agressief materialisme doelbewust is gericht – die door de visie van Bahá’u’lláh worden aangespoord en bereid zijn om de behoeften van anderen voor die van zichzelf te laten gaan. Dat zulke hoogstaande jongeren, door hun eigen inspanningen alsook door de stuwkracht die zij aan de hele gemeenschap verlenen zo doeltreffend bijdragen aan activiteiten die overal gaande zijn is een goed voorteken voor de verwachte versnelling van deze activiteiten.

Wat in de afgelopen twee jaar is bereikt zal stellig ver worden overtroffen, niet alleen in de laatste jaren van dit huidige Plan, maar in de resterende jaren van de eerste eeuw van het Vormende Tijdperk. Om deze machtige onderneming te stimuleren en de jongeren van vandaag op te roepen om de taken die zij in deze snel slinkende tussenperiode moeten uitvoeren volledig op zich te nemen, kondigen wij de bijeenroeping aan van 95 jongerenconferenties, tussen juli en oktober, gepland in locaties die de wereld omspannen: Accra, Addis Ababa, Aguascalientes, Almaty, Antananarivo, Apia, Atlanta, Auckland, Baku, Bangalore, Bangui, Bardiya, Battambang, Bhopal, Bhubaneswar, Boston, Brasilia, Bridgetown, Bukavu, Cali, Canoas, Cartagena de Indias, Chennai, Chibombo, Chicago, Chisinau, Cochabamba, Daidanaw, Dakar, Dallas, Danane, Dar es Salaam, Dhaka, Dnipropetrovsk, Durham (United States), Frankfort, Guwahati, Helsinki, Istanboel (2), Jakarta, Johannesburg, Kadugannawa, Kampala, Kananga, Karachi, Khujand, Kinshasa, Kolkata, Kuching, Lae, Lima, Londen, Lubumbashi, Lucknow, Macau, Madrid, Manila, Matunda Soy, Moskou, Mwinilunga, Mzuzu, Nadi, Nairobi, New Delhi, Oakland, Otavalo, Ouagadougou, Panchgani, Parijs, Patna, Perth, Phoenix, Port-au-Prince, Port Dickson, Port Moresby, Port-Vila, San Diego, San Jose (Costa Rica), San Jose City (Philippines), San Salvador, Santiago, Sapele, Sarh, Seberang Perai, South Tarawa, Sydney, Tbilisi, Thyolo, Tirana, Toronto, Ulaanbaatar, Vancouver, Verona, Yaounde.

Wij richten een uitnodiging voor deze bijeenkomsten aan elke jongere die in de methoden en instrumenten van het Plan krachtige middelen herkent voor de beweging naar een betere samenleving. En aan bahá’ís van alle leeftijden verzoeken wij om de deelnemers van wier inspanningen zoveel afhangt van ganser harte te steunen.

Geliefde vrienden: voor elke generatie van jonge gelovigen komt er een gelegenheid om een bijdrage te leveren aan de lotgevallen van de mensheid, uniek voor hun levensperiode. Voor de huidige generatie is het moment gekomen om na te denken, zich te committeren, zich te stalen voor een leven van dienstbaarheid van waaruit zegeningen uitbundig zullen vloeien. In onze gebeden aan de Heilige Drempel smeken wij de Aloude Schoonheid dat Hij uit een verwarde en verbijsterde mensheid zuivere zielen zal distilleren die met helder inzicht begiftigd zijn: jongeren wier integriteit en oprechtheid niet worden ondermijnd door stil te staan bij de fouten van anderen en die zich niet door hun eigen tekortkomingen laten verlammen. Jongeren die naar de Meester zullen kijken en “hen die zijn buitengesloten in de kring van intieme vrienden zullen brengen”. Jongeren die door hun bewustzijn van de tekortkomingen van de samenleving worden gedreven om voor haar transformatie te werken, niet om er afstand van te nemen. Jongeren die, koste wat kost, zullen weigeren om onrechtvaardigheid in zijn vele gedaanten over het hoofd te zien en in plaats daarvan hard zullen werken opdat “het licht van gerechtigheid haar luister over de gehele wereld moge verspreiden.”

w.g. het Universele Huis van Gerechtigheid