HET UNIVERSELE HUIS VAN GERECHTIGHEID
26 maart 2016

Aan de verkozen ontvangers van de Tafelen van het Goddelijk Plan van ‘Abdu’l-Bahá, de bahá’ís van de Verenigde Staten en de bahá’ís van Canada

Innig geliefde vrienden,

Wij kunnen dit historische moment niet voorbij laten gaan zonder dat wij, naast onze boodschap aan de gelovigen overal ter wereld, ook een woord richten tot diegenen die de Auteur van het Goddelijk Plan uitkoos voor een heilige verantwoordelijkheid, en wier overwinningen en zware beproevingen in overeenstemming met zijn hoge verwachtingen, aan een groot deel van de voorbije eeuw hebben vormgegeven.

Al snel na het heengaan van Bahá’u’lláh besloot ‘Abdu’l-Bahá dat één van de voornaamste doelen van zijn beleid zou zijn om onder de banier van de Zaak van zijn Vader een gemeenschap in Noord-Amerika te vestigen. Hij stuurde onderrichters, verlichtte pelgrims, begaf zich in zijn laatste jaren op een ongeëvenaarde reis, legde de hoeksteen van uw Huis van Aanbidding, graveerde in veertien aan u gerichte Tafelen een goddelijke missie, en koos ervoor om “uit de volheid van zijn hart … zijn bevoorrechte discipelen, tot aan de allerlaatste dag van zijn leven, de bewijzen van zijn onuitputtelijke aandacht te schenken en hen te overstelpen met blijken van zijn speciale gunst.” Later, toen de gelovigen in de Bakermat van het Geloof verlamd waren door vervolging, en het licht van het Geloof in Europa was verduisterd door het opkomende schrikbeeld van weer een oorlog, toen de uiterst levendige kern in Centraal-Azië werd afgebroken en zelfs het wereldcentrum van het Geloof werd verstoord door een vuurzee in het Heilige Land, merkte Shoghi Effendi op dat de “enige belangrijke overgebleven citadel”, de “machtige arm” die “het vaandel van een onoverwinnelijk Geloof” nog hooghield, “geen ander was dan de gezegende gemeenschap van de volgelingen van de Allergrootste Naam op het Noord-Amerikaanse continent.” Hij schaarde u – de voornaamste uitvoerders van het Plan en zijn mede-uitvoerders – bij de voorhoede van de onweerstaanbare legioenen van Bahá’u’lláh.

Het is onmogelijk hier uitgebreid in te gaan op de reikwijdte van uw illustere prestaties gedurende de afgelopen eeuw. U heeft datgene wat de dankbaarheid en bewondering van de gehele bahá’í-wereld verdient, al volbracht, maar uw missie is nog lang niet voltooid. Na een eeuw van vastberaden actie zou u, meer dan ooit tevoren, het rechte pad moeten kunnen waarnemen dat door hemelse inspiratie door de vele fases van het Goddelijk Plan heen is geschetst sinds er met de systematische uitvoering ervan werd begonnen in 1937, en aldus de volle implicaties begrijpen van de jongste fase die nu gaat beginnen. De taken waar u nu voor staat zijn niet gelijk aan die van een eerder tijdperk. Nu de internationale verbreiding van het Geloof grotendeels is afgerond, wordt er thans op u vooral een dringend beroep gedaan aan het thuisfront. Het proces van toetreding in troepen dat zo subtiel opkwam tijdens de Tienjarenkruistocht, en dat werd gevoed in de decennia die erop volgden, wordt nu uitgebreid door een krachtig proces van gemeenschapsopbouw in kern na kern in al die landen en gebieden die ‘Abdu’l-Bahá zo lang geleden heeft aangegeven. Uw zustergemeenschappen, waarvan u er zoveel heeft helpen vestigen, zijn nu volgroeid, en u staat met hen klaar om de grimmiger uitdagingen die voor ons liggen op u te nemen. De beweging van uw clusters naar de uiterste frontlinies van het leren zal de tijd inluiden die Shoghi Effendi bij het begin van uw gezamenlijke inspanningen voorzag, wanneer de gemeenschappen die u opbouwt de krachten van corruptie, van morele laksheid en van ingeworteld vooroordeel die de levenskracht van de samenleving aantasten, terstond zullen bestrijden en uiteindelijk zullen uitroeien.

Dit is een tijd voor feestgejuich. Weest trots op de opofferingen en overwinningen van zovele toegewijde zielen, die zijn opgestaan in antwoord op de oproep van ‘Abdu’l-Bahá. Ontdoe u, met dezelfde geest van zelfverloochening die uw voorgangers hebben getoond, van de nutteloze fantasieën en afleidingen van een wereld die de weg is kwijtgeraakt, opdat u uzelf in de komende vijf jaar moge wijden aan de onschatbare kansen en onontkoombare verplichtingen van de jongste fase van een geestelijke onderneming waar het lot van de mensheid uiteindelijk van afhangt.

[Getekend: Het Universele Huis van Gerechtigheid]